Operation Manual

Grafieken van functies 378
6. Bepaal de ondergrens voor x. Verplaats de cursor naar de ondergrens met A en B
of typ de x-waarde.
Opmerking: indien u niet op A of B drukt of een x-waarde typt wanneer u de onder-
en bovengrens bepaalt, zullen
xmin en xmax gebruikt worden als respectievelijk de
onder- en bovengrens.
7. Druk op ¸. De ondergrens wordt aangegeven met een 4 bovenin het scherm.
8. Bepaal de bovengrens en druk op ¸.
Het begrensde gebied wordt gearceerd.
Om het gearceerde gebied te wissen,
drukt u op (
ReGraph).
Onder de
functie
Boven de
functie