Operation Manual

Grafieken van differentiaalvergelijkingen 494
11. Definieer in deze nieuwe
gegevensvariabele de kolomkoppen
c1, c2 en c3 om te verwijzen naar de
gegevens in
rklog en eulerlog. Voer
ook de kolomtitels in zoals
weergegeven.
Om een kolomkoptekst te definiëren,
verplaatst u de cursor naar die kolom
en drukt u op , typt u de referentie-
uitdrukking in (zoals
rklog[1] voor c1)
en drukt u op ¸.
Opmerking: rklog[1] en rklog[2]
verwijzen, respectievelijk, naar kolom
1 en 2 in
rklog. Dit geldt ook voor
eulerlog[2].
12. Druk op in de
Data/Matrix Editor.
Druk vervolgens op , en definieer
Plot 1 voor de RK gegevens, zoals
rechts wordt weergegeven.
13. Definieer
Plot 2 voor de Euler
gegevens. Gebruik de waarden die
rechts worden weergegeven.
Plot Type=xyline
Mark=Cross
x=c1
y=c3
14. Ga terug naar de Y= Editor, druk op
3 en stel
Graph = FUNCTION in.
Ê c1=rklog[1] eller
c1=eulerlog[1]
Ë c2=rklog[2]
Ì c3= eulerlog[2]
ÊËÌ