Operation Manual

Programmeren 636
4. Druk op ¸ (nadat u in een invoervenster zoals Variable hebt getypt, dient u twee
maal op ¸ te drukken) om een leeg ‘template’ weer te geven.
U kunt de Program Editor nu gebruiken zoals in de overige delen van deze module
wordt beschreven.
Opmerking: een programma (of functie) wordt automatisch opgeslagen terwijl u typt.
U hoeft dit niet handmatig op te slaan voordat u de Program Editor verlaat, een
nieuw programma maakt of een vorig programma opent.
Optie Functie
Type Hiermee geeft u aan of u een nieuw
programma dan wel een nieuwe functie
maakt.
Folder Hiermee kiest u de map waarin het nieuwe programma of de
nieuwe functie wordt opgeslagen. Zie het basisscherm van de
rekenmachine voor informatie over mappen.
Variable Hiermee typt u een variabelenaam voor het programma of de
functie.
Als u een variabele opgeeft die al bestaat, wordt er een
foutmelding weergegeven als u op
¸ drukt. Als u op N
of
¸ drukt om de foutmelding te sluiten, wordt het
dialoogvenster NEW opnieuw weergegeven.
Dit is het template voor een
programma. Functies
hebben een soortgelijk
template.