Operation Manual

Programmeren 664
expr Converteert een tekenreeks naar een uitdrukking en voert
die uitdrukking uit. Dit is het omgekeerde van de opdracht
string.
Belangrijk: sommige invoeropdrachten slaan de ingevoerde
waarde op als een tekenreeks. Voordat u een wiskundige
bewerking met die waarde kunt uitvoeren, moet u de waarde
naar een numerieke uitdrukking converteren.
format Geeft een uitdrukking weer als een tekenreeks gebaseerd
op het template (vast, wetenschappelijk, technisch, etc.)
inString Zoekt in een tekenreeks om na te gaan of de reeks een
opgegeven subtekenreeks bevat. Zo ja, dan geeft inString
de positie waarop de subtekenreeks voor het eerst begint.
left Geeft een opgegeven aantal tekens weer vanaf de
linkerkant (het begin) van een tekenreeks.
mid Geeft een opgegeven aantal tekens weer vanaf elke
gewenste positie in een tekenreeks.
ord Geeft de tekencode van het eerste teken weer van een
tekenreeks weer. Dit is het omgekeerde van de opdracht
char.
right Geeft een opgegeven aantal tekens weer vanaf de
rechterkant (het einde) van een tekenreeks.
rotate Roteert de tekens in een reeks. De standaardinstelling is L1
(rotatie van één teken naar rechts).
shift Verschuift de tekens in een reeks en vervangt deze door
spaties. De standaardinstelling is L1 (één teken naar rechts
verschuiven en vervangen door één spatie). Voorbeelden:
shift("abcde",2)
"cde " en shift("abcde")" abcd"
Opdracht Omschrijving