Operation Manual

Programmeren 698
Fouten in programma’s opsporen en fouten
Fouten in programma’s opsporen en fouten Fouten in programma’s opsporen en fouten
Fouten in programma’s opsporen en fouten
afhandelen
afhandelenafhandelen
afhandelen
Nadat u een programma hebt geschreven, kunt u verschillende technieken gebruiken
om fouten te vinden en te corrigeren. U kunt ook een foutafhandelingsopdracht in het
programma zelf inbouwen.
Run-time fouten
Run-time foutenRun-time fouten
Run-time fouten
De eerste stap bij het opsporen van fouten in uw programma bestaat eruit, het
programma uit te voeren. De TI-89 Titanium / Voyage™ 200 Graphing Calculator
controleert iedere uitgevoerde opdracht automatisch op syntaxfouten. Als er een fout
wordt aangetroffen, geeft een melding de aard van de fout aan.
Als u het uitvoeren van het programma wilt beëindigen om terug te keren naar het
basisscherm, drukt u op N.
Als uw programma de gebruiker in staat stelt te kiezen uit meerdere opties, voer dan
elke optie van het programma uit om deze te testen.
Als u het programma in de Program
Editor wilt weergeven, drukt u op ¸.
De cursor bevindt zich in de buurt van de
fout.