Operation Manual

Geheugen- en variabelenbeheer 784
2. Selecteer één of meer variabelen, deze mogen zich in verschillende mappen
bevinden. (U kunt een volledige map selecteren door de naam van de map te
selecteren.)
Opmerking: om een enkele variabele te selecteren, kunt u deze markeren. Om
meerdere variabelen te selecteren, markeert u elke variabele en drukt u op Ÿ.
U kunt een gearchiveerde variabele bereiken, op dezelfde manier als een geblokkeerde
variabele. Een gearchiveerde variabele zit nog steeds in zijn oorspronkelijke map; het
verschil is eenvoudig dat hij nu is opgeslagen in het gegevensarchief van de gebruiker in
plaats van in het RAM.
Opmerking: een gearchiveerde variabele wordt automatisch geblokkeerd. U kunt de
variabele bereiken, maar u kunt hem niet bewerken of wissen.
3. Druk op ƒ en selecteer:
8:Archive Variable
– of –
9:Unarchive Variable
Indien u 8:Archive Variable, selecteert, worden
de variabelen verplaatst naar het
gegevensarchief van de gebruiker.
û =
gearchiveerde variabelen