Operation Manual

Connectiviteit 797
De rekenmachines instellen
De rekenmachines instellenDe rekenmachines instellen
De rekenmachines instellen
Flash- toepassingen kunnen alleen tussen bepaalde rekenmachines overgezonden
worden. U kunt bijvoorbeeld een App van een TI-89 Titanium naar een andere TI-89
Titanium overzenden, of van een TI-89 Titanium naar een TI-89. U kunt een App van
een Voyage™ 200 naar een andere Voyage™ 200 verzenden, of van een Voyage™ 200
naar een TI-92 Plus.
1. Sluit de twee grafische rekenmachines op
elkaar aan met behulp van de daarvoor
bestemde kabel.
2. Druk op de verzendende rekenmachine
op om het
VAR-LINK-scherm
weer te geven.
3. Selecteer op de verzendende
rekenmachine de variabelen, mappen of
Flash-toepassingen die u wilt verzenden.