Operation Manual

Activiteiten 830
Methode 2: het werken met symbolen
Methode 2: het werken met symbolenMethode 2: het werken met symbolen
Methode 2: het werken met symbolen
Volg de volgende stappen om de vergelijking
sin(x)=cos(x) naar x op te lossen.
4. Bepaal de snijpunten van de twee
functies.
Opmerking: druk op en kies
5:Intersection. Reageer op de
schermprompts om de twee krommen te
selecteren en de boven- en de
ondergrens voor het snijpunt A te kiezen.
5. Noteer de x- en y-coördinaten. (Herhaal
stap 4 en 5 om de andere snijpunten te
bepalen.)
1. Voer op het basisscherm
solve(sin(x)= cos(x),x) in.
De oplossingen voor x bestaan wanneer
@n1 een geheel getal is.
2. Gebruik de opdrachten
ceiling( ) en
floor( ) om de plafond- en bodemwaarden
voor de snijpunten te vinden zoals wordt
weergegeven.
Opmerking: verplaats de cursor naar het
geschiedenisgebied om het laatste
antwoord te markeren. Druk op ¸ om
de algemene oplossing te kopiëren.