Operation Manual

Appendix A: Functies en instructies 865
abs() MATH/Number menu
abs(
uitdrukking1
)
uitdrukking
abs(
lijst1
)
lijst
abs(
matrix1
)
matrix
Geeft de absolute waarde van het argument.
Als het argument een complex getal is, geeft
het de modulus van het getal.
Opmerking: alle niet-gedefinieerde variabelen
worden als reële variabelen behandeld.
abs({p/2,
L
p/3}) ¸ {
p
2
p
3
}
abs(2ì 3
i
) ¸
13
abs(z) ¸ |z|
abs(x+y
i
) ¸ xñ +yñ
and MATH/Test en MATH/Base menu
Booleaanse uitdrukking1
and
uitdrukking2
Booleaanse uitdrukking
Booleaanse lijst1
and
lijst2
Booleaanse lijst
Booleaanse matrix1
and
matrix2
Booleaanse
matrix
Geeft waar of onwaar of een vereenvoudigde
vorm van de oorspronkelijke invoer.
x3 and x4 ¸ x4
{x3,x0} and {x4,xë 2} ¸
{x 4 x L2}
Geheelgetal1
and
geheelgetal2
geheelgetal
Vergelijkt twee reële gehele getallen bit voor
bit op basis van een and bewerking. Beide
gehele getallen worden intern geconverteerd
naar 32-bits binaire getallen. Wanneer
corresponderende bits zijn vergeleken, zal het
resultaat 1 zijn als beide bits 1 zijn; zo niet dan
is het resultaat 0. De uitvoer geeft de
bitresultaten weer, weergegeven in deze
ingestelde talstelselmodus.
In de talstelselmodus Hex:
0h7AC36 and 0h3D5F ¸ 0h2C16
In de talstelselmodus
Bin:
0b100101 and 0b100 ¸ 0b100
In de talstelselmodus Dec:
37 and 0b100 ¸ 4
Alfabetisch overzicht van bewerkingen
Bewerkingen waarvan de namen niet alfabetisch gesorteerd kunnen worden (zoals +,
! en >) vindt u aan het einde van deze sectie, vanaf pagina 913. Tenzij anders
aangegeven, zijn alle voorbeelden in dit deel in de standaard resetmodus uitgevoerd
en wordt er vanuit gegaan dat alle variabelen niet-gedefinieerd zijn. Bovendien
worden benaderingen van resultaten, vanwege de beperkingen van de
opmaakmogelijkheden, met drie cijfers achter de komma weergegeven
(3,14159265359 wordt getoond als 3,141...).
Let op: nul, niet de letter O.