Operation Manual

Appendix A: Functies en instructies 867
angle() MATH/Complex menu
angle(
uitdrukking1
)
uitdrukking
Geeft de hoek van
uitdrukking1
, waarbij
uitdrukking1
als een complex getal wordt
geïnterpreteerd.
Opmerking: alle niet-gedefinieerde variabelen
worden als reële variabelen behandeld.
In de hoekmodus Degree:
angle(0+2
i
) ¸ 90
In de hoekmodus Gradian:
angle(0+3
i
) ¸
In de hoekmodus Radian:
angle(1+
i
) ¸
p
4
angle(z)
¸
angle(x+
i
y) ¸
angle(
lijst1
)
lijst
angle(
matrix1
)
matrix
Geeft een lijst of matrix met hoeken van de
elementen in
lijst1
of
matrix1
, waarbij elk element
geïnterpreteerd wordt als een complex getal dat
een punt in het tweedimensionale vlak
vertegenwoordigt.
In de hoekmodus Radian:
angle({1+2
i
,3+0
i
,0ì 4
i
}) ¸
ans() toets
ans()
waarde
ans(
geheel_getal
)
waarde
Geeft een vorig antwoord uit het history area van
het basisscherm weer.
geheel_getal
geeft, indien opgenomen, aan welk
vorig antwoord teruggehaald moet worden. Het
geldige bereik voor
geheel_getal
loopt van 1 tot
99 en kan geen uitdrukking zijn. De
standaardinstelling is 1, het meest recente
antwoord.
Als u ans() wilt gebruiken om de rij
van Fibonacci op het basisscherm te
genereren, drukt u op:
1
¸ 1
1
¸ 1
2±«2±A02
¸ 2
¸ 3
¸ 5
approx() MATH/Algebra menu
approx(
uitdrukking
)
waarde
Geeft, waar mogelijk, de
uitdrukking
als een
decimaal getal, ongeacht de actuele modus
Exact/Approx.
Dit is equivalent aan het invoeren van
uitdrukking
en het drukken op ¥¸ in het
basisscherm.
approx(p) ¸ 3.141...
approx(
lijst1
)
lijst
approx(
matrix1
)
matrix
Geeft een lijst of matrix waar elk element, waar
mogelijk, uitgewerkt wordt tot een decimaal getal.
approx({sin(p),cos(p)}) ¸
{0. ë 1.}
approx([(2),(3)])
¸
[1.414... 1.732...]