Operation Manual

878 Appendix A: Functies en instructies
crossP() MATH/Matrix/Vector ops menu
crossP(
lijst1
,
lijst2
)
lijst
Geeft het vectorieel product (uitproduct) van
lijst1
en
lijst2
als een lijst.
lijst1
en
lijst2
moeten dezelfde dimensies
hebben en de dimensie moet 2 of 3 zijn.
crossP({a1,b1},{a2,b2}) ¸
{0 0 a1ø b2ì a2ø b1}
crossP({0.1,2.2,ë 5},{1,ë.5,0})
¸
{ë 2.5 ë 5. ë 2.25}
crossP(
vector1
,
vector2
)
vector
Geeft een rij- of kolomvector (afhankelijk van de
argumenten) die het uitproduct is van
vector1
en
vector2
.
vector1
en
vector2
moeten beide een rijvector of
beide een kolomvector zijn. De twee vectoren
moeten dezelfde dimensies hebben en de
dimensie moet 2 of 3 zijn.
crossP([1,2,3],[4,5,6]) ¸
[ë 3 6 ë 3]
crossP([1,2],[3,4])
¸
[0 0 ë 2]
csc() MATH/Trig menu (WISK/Gonio-menu)
csc(
uitdrukking1
)
uitdrukking
csc(
lijst1
)
lijst
Geeft de cosecans van
uitdrukking1
of geeft een
lijst met de cosecans van elk element van
lijst1
.
In de hoekmode graden:
csc(p/4) ¸
1
sin(
p
4
)
In de hoekmodus Gradian:
csc(50) ¸
2
22
2
In de hoekmode radialen:
csc({1,p/2,p/3}) ¸
{
1
sin(1)
1
2 ¦ 3
3
}
csc
L
LL
L1
() MATH/Trig menu (WISK/Gonio-menu)
csc
L
LL
L1
(
uitdrukking1
)
uitdrukking
csc
L
LL
L1
(
lijst1
)
lijst
Geeft de hoek waarvan de cosecans
uitdrukking1
is of geeft een lijst met de inverse cosecans van
elk element van
lijst1
.
Opmerking: het resultaat wordt als een hoek in
graden, radialen of gon (grad) gegeven, volgens
de actuele instelling van de hoekmodus.
In de hoekmode graden:
csc
L1
(1) ¸ 90
In de hoekmodus Gradian:
csc
L1
(1) ¸ 100
In de hoekmode radialen:
csc
L1
({1,4,6}) ¸
{
p
2
sin
L1
(1/4)
sin
L1
(1/6) }
csch() MATH/Hyperbolic menu (WISK/Hyperbolisch menu)
csch(
uitdrukking1
)
uitdrukking
csch(
lijst1
)
lijst
Geeft de cosecans hyperbolicus van
uitdrukking1
of geeft een lijst met de cosecans hyperbolicus
van elk element van
lijst1
.
csch(3) ¸
1
sinh(3)
csch({1,2.1,4}) ¸
{
1
sinh(1)
.248…
1
sinh(4)
}