Operation Manual

Appendix A: Functies en instructies 879
csch
L
LL
L1
() MATH/Hyperbolic menu (WISK/Hyperbolisch menu)
csch
L
LL
L1
(
uitdrukking1
)
uitdrukking
csch
L
LL
L1
(
lijst1
)
lijst
Geeft de inverse cosecans hyperbolicus van
uitdrukking1
of geeft een lijst met de inverse
cosecans hyperbolicus van elk element van
lijst1
.
csch
L1
(1) ¸ sinh
-1
(1)
csch
L1
({1,2.1,3}) ¸
{sinh
L1
(1) .459… sinh
L1
(1/3) }
cSolve() MATH/Algebra/Complex menu
cSolve(
vergelijking
,
var
)
Booleaanse uitdrukking
Geeft mogelijke complexe oplossingen van een
vergelijking voor
var
. Het is de bedoeling om
mogelijke kandidaten voor alle reële en niet-reële
oplossingen te produceren. Zelfs als
vergelijking
reëel is, staat
cSolve() niet-reële resultaten in de
reële modus toe.
Hoewel de TI-89 Titanium / Voyage™ 200
alle
niet-gedefinieerde variabelen verwerkt alsof deze
reëel zijn, kan
cSolve() veeltermvergelijkingen
voor complexe oplossingen oplossen.
cSolve(x^3=ë 1,x) ¸
solve(x^3=ë 1,x)
¸
cSolve() beschouwt zijn domein tijdelijk als het
complexe vlak, zelfs als het actuele domein
ingesteld is als de reële rechte. In het complexe vlak
gebruiken machten met gebroken exponenten
waarvan de noemers oneven zijn de imaginaire as
in plaats van de reële as. Wanneer vergelijkingen,
waarin dergelijke gebroken exponenten voor-
komen, opgelost worden met
solve(), is de op-
lossing niet noodzakelijk een deelverzameling van
de oplossing die gevonden wordt met
cSolve().
cSolve(x^(1/3)=ë 1,x) ¸ false
solve(x^(1/3)=ë 1,x)
¸ x = ë 1
cSolve() begint met exacte symbolische methodes.
Behalve in de modus
EXACT, gebruikt cSolve()
indien nodig ook iteratieve benaderende complexe
veeltermontbindingen.
Opmerking: zie ook
cZeros(), solve() en zeros().
Opmerking: als
vergelijking
geen veelterm is en
functies als
abs(), angle(), conj(), real(), of
imag() bevat, dient u een onderstrepingsteken_
(
@ ¥ ; H 25) te plaatsen aan het einde
van
var
. Een variabele wordt standaard behandeld
als een reële waarde. Indien u
var_
gebruikt, wordt
de variabele behandeld als complex.
Modus Display Digits in Fix 2:
exact(cSolve(x^5+4x^4+5x
^3ì 6xì 3=0,x))
¸
cSolve(ans(1),x)
¸
Gebruik
var_
ook voor andere variabelen in
vergelijking
die eventueel niet-reële waarden
hebben.
Doet u dit niet, dan kan dit onverwachte
resultaten opleveren.
z wordt als reëel behandeld:
cSolve(conj(z)=1+
i
,z) ¸ z=1+
i
z_ wordt als complex behandeld:
cSolve(conj(z_)=1+
i
,z_) ¸
z_=1
i