Operation Manual

Appendix A: Functies en instructies 931
nPr() MATH/Probability menu
nPr(
uitdrukking1
,
uitdrukking2
)
uitdrukking
Gegeven de gehele getallen
uitdrukking1
en
uitdrukking2
(waar
uitdrukking1
uitdrukking2
0).
nPr() is het aantal permutaties van
uitdrukking1
elementen in groepen van
uitdrukking2
. Beide
argumenten kunnen gehele getallen of
symbolische uitdrukkingen zijn.
nPr(
uitdrukking,
0) 1
nPr(
uitdrukking, negGeheel_getal
)
1/((
uitdrukking
+1)
ø (uitdrukking
+2)
...
(
uitdrukkingì negGeheel_getal
))
nPr(
uitdrukking, posGeheel_getal
)
uitdrukkingø
(
uitdrukking
ì 1)
...
(
uitdrukkingì posGeheel_getal
+1)
nPr(
uitdrukking, nietGeheel_getal
)
uitdrukking
!/
(
uitdrukkingì nietGeheel_getal
)!
nPr(z,3) ¸ zø (zì 2)ø (zì 1)
ans(1)|z=5
¸ 60
nPr(z,
ë 3) ¸
1
(z+1)
ø (z+2)ø (z+3)
nPr(z,c)
¸
z!
(z
ì c)!
ans(1)
ù nPr(zì c,ë c) ¸ 1
nPr(
lijst1
,
lijst2
)
lijst
Geeft een lijst met permutaties gebaseerd op de
corresponderende elementenparen in de twee
lijsten. De argumenten moeten lijsten van
dezelfde dimensie zijn.
nPr({5,4,3},{2,4,2}) ¸ {20 24 6}
nPr(
matrix1
,
matrix2
)
matrix
Geeft een matrix van permutaties gebaseerd op
de corresponderende elementenparen in de twee
matrices. De argumenten moeten matrices van
dezelfde dimensie zijn.
nPr([6,5;4,3],[2,2;2,2]) ¸
[
30 20
12 6
]
nSolve() MATH/Algebra menu
nSolve(
vergelijking
,
varOfSchatting
)
getal of
fout_tekenreeks
Zoekt iteratief naar een benaderde reële numerieke
oplossing voor
vergelijking
voor zijn ene variabele.
Specificeer
varOfSchatting
als:
variabele
– of –
variabele
=
reëel getal
Bijvoorbeeld, zowel
x als x=3 is geldig.
nSolve(x^2+5xì 25=9,x) ¸
3.844
...
nSolve(x^2=4,x=
ë 1) ¸ ë 2.
nSolve(x^2=4,x=1)
¸ 2.
Opmerking: wanneer er meerdere
oplossingen zijn, kunt u een schatting
gebruiken om een bepaalde oplossing te
helpen vinden.
nSolve() is vaak veel sneller dan solve() of
zeros(), met name wanneer de operator “|”
gebruikt wordt om het zoeken te beperken tot een
klein interval, dat exact één oplossing bevat.
nSolve() probeert om ofwel één punt te bepalen
waar het residu nul is of twee relatief dicht bij elkaar
liggende punten waar de residuen tegengestelde
tekens hebben en niet te groot zijn. Indien dit doel
niet bereikt kan worden met een bescheiden aantal
steekproefpunten, wordt “
no solution found
gegeven.
Wanneer u
nSolve() in een programma gebruikt,
kunt u
getType() gebruiken om een numeriek
resultaat te controleren alvorens dit in een
algebraïsche uitdrukking te gebruiken.
Opmerking: zie ook
cSolve(), cZeros(),
solve(), en zeros().
nSolve(x^2+5xì 25=9,x)|x<0 ¸
ë 8.844...
nSolve(((1+r)^24
ì 1)/r=26,r)|r>0 and
r<.25
¸ .0068...
nSolve(x^2=
ë 1,x) ¸
“no solution found”