Operation Manual

934 Appendix A: Functies en instructies
Bijvoorbeeld, wanneer
uitdrukking1
vereenvoudigd
wordt naar cos(pù x+3):
De
cos() functie heeft één argument:
(pù x+3).
De som (pù x+3) heeft twee termen: pù x en 3.
Het getal 3 heeft geen argumenten of
operanden.
Het product pùx heeft twee factoren: p en x.
De variabele x en de symbolische constante p
hebben geen argumenten of operanden.
Indien x een numerieke waarde heeft en u drukt
op
¥¸, wordt de numerieke waarde van pù x
berekend, het resultaat wordt opgeteld bij 3, en
vervolgens wordt de cosinus berekend. cos() is de
toplevel” operator omdat deze als laatste is
toegepast.
part(
uitdrukking1
)
getal
Vereenvoudigt
uitdrukking1
en geeft het aantal
“toplevel” argumenten of operanden. Dit is 0
indien
uitdrukking1
een getal, een variabele of een
symbolische constante zoals p,
e
,
i
, of ˆ, is.
part(cos(pù x+3)) ¸ 1
Opmerking:
Opmerking:Opmerking:
Opmerking: cos(
pù x+3) heeft één
argument.
part(
uitdrukking1
, 0)
tekenreeks
Vereenvoudigt
uitdrukking1
en geeft een
tekenreeks die de ‘toplevel’ functienaam of
operator bevat. Het geeft string(
uitdrukking1
)
indien
uitdrukking1
een getal, een variabele of een
symbolische constante zoals p,
e
,
i
, of ˆ, is.
part(cos(pù x+3),0) ¸ "cos"
part(
uitdrukking1
,
n
)
uitdrukking
Vereenvoudigt
uitdrukking1
en geeft het
n
de
argument of operand, waarbij
n
> 0 is en
n
het
aantal ‘toplevel’ argumenten of operanden gegeven
door part(
uitdrukking1
). In andere gevallen wordt
er een foutmelding gegeven.
part(cos(pù x+3),1) ¸ 3+pøx
Opmerking:
Opmerking:Opmerking:
Opmerking: vereenvoudiging heeft de
volgorde in het argument veranderd.
Door de verschillende variaties van part() te
combineren, kunt u alle deeluitdrukkingen
bepalen in het vereenvoudigde resultaat van
uitdrukking1
. Zoals getoond wordt in het
voorbeeld rechts, kunt u een argument of operand
opslaan en vervolgens
part() gebruiken om verdere
deeluitdrukkingen te extraheren.
Opmerking: wanneer u
part() gebruikt kunt u
niet rekenen op een specifieke volgorde in de
sommen en producten.
part(cos(pù x+3)) ¸ 1
part(cos(
pù x+3),0) ¸ "cos"
part(cos(
pù x+3),1)! temp ¸
3+
pøx
temp
¸ pøx+3
part(temp,0)
¸ "+"
part(temp)
¸ 2
part(temp,2)
¸ 3
part(temp,1)
! temp ¸ pøx
part(temp,0)
¸ "ù "
part(temp)
¸ 2
part(temp,1)
¸ p
part(temp,2)
¸ x
Uitdrukkingen als (x+y+z) en (xì yì z) worden
intern voorgesteld als (x+y)+z en (xì y)ì z. Dit
beïnvloedt de waarden die gegeven worden voor
het eerste en tweede argument. Er zijn technische
redenen waarom
part(x+y+z,1) y+x geeft
inplaats van x+y.
part(x+y+z) ¸ 2
part(x+y+z,2)
¸ z
part(x+y+z,1)
¸ y+x
Op dezelfde manier wordt xù yù z intern voor-
gesteld als (xù y)ù z. Opnieuw zijn er technische
redenen waarom het eerste argument gegeven
wordt als y
øx in plaats van als xøy.
part(xù yù z) ¸ 2
part(x
ù yù z,2) ¸ z
part(x
ù yù z,1) ¸ yøx