Operation Manual

950 Appendix A: Functies en instructies
round(
matrix1
[,
cijfers
])
matrix
Geeft een matrix met de elementen afgerond op
het opgegeven aantal cijfers.
round([ln(5),ln(3);p,
e
^(1)],1) ¸
[
1.6 1.1
3.1 2.7
]
rowAdd() MATH/Matrix/Row ops menu
rowAdd(
matrix1
,
rIndex1
,
rIndex2
)
matrix
Geeft een kopie van
matrix1
waarin de rij
rIndex2
vervangen wordt door de som van de rijen
rIndex1
en
rIndex2
.
rowAdd([3,4;ë 3,ë 2],1,2) ¸
[]
3 4
0 2
rowAdd([a,b;c,d],1,2)
¸
[
a
a+c
b
b+d
]
rowDim() MATH/Matrix/Dimensions menu
rowDim(
matrix
)
uitdrukking
Geeft het aantal rijen van de
matrix
.
Opmerking: zie ook
colDim().
[1,2;3,4;5,6]! M1 ¸
1 2
3 4
5 6
rowdim(M1)
¸ 3
rowNorm() MATH/Matrix/Norms menu
rowNorm(
matrix
)
uitdrukking
Geeft het maximum van de sommen van de
absolute waarden van de elementen van de rijen
in
matrix
.
Opmerking: alle matrixelementen moeten te
herleiden zijn tot getallen. Zie ook
colNorm().
rowNorm([-5,6,-7;3,4,9;9,-9,-7])
¸ 25
rowSwap() MATH/Matrix/Row ops menu
rowSwap(
matrix1
,
rIndex1
,
rIndex2
)
matrix
Geeft
matrix1
waarin de rijen
rIndex1
en
rIndex2
verwisseld worden.
[1,2;3,4;5,6]! Mat ¸
1 2
3 4
5 6
rowSwap(Mat,1,3)
¸
5 6
3 4
1 2
RplcPic CATALOG
RplcPic
tekVar
[,
rij
][,
kolom
]
Wist het scherm Graph en plaatst de tekening
tekVar
op de pixelcoördinaten (
rij
,
kolom
). Als u het
scherm niet wilt wissen, gebruikt u
RclPic.
tekVar
moet een variabele van het gegevenstype
“tekening” zijn.
rij
en
kolom
, specificeren, indien
opgenomen, de pixelcoördinaten van de linker
bovenhoek van de tekening. De
standaardcoördinaten zijn (0, 0).
Opmerking: voor tekeningen, die niet het
gehele scherm vullen, wordt alleen het gebied,
waar de nieuwe tekening overheen komt, gewist.