Operation Manual

964 Appendix A: Functies en instructies
In de instelling EXACT van de modus Exact/Approx,
worden gedeeltes die niet opgelost kunnen worden,
weergegeven als een impliciete vergelijking of
ongelijkheid.
exact(solve((xì a)
e
^(x)=ë xù
(x
ì a),x)) ¸
e
x
+ x = 0 or x = a
Gebruik de operator “|” om het oplossingsinterval en/of
andere variabelen, die in de vergelijking of ongelijkheid
voorkomen, te beperken. Wanneer u in één interval
een oplossing vindt, kunt u de
ongelijkheidsoperatoren gebruiken om dat interval uit
te sluiten van volgende zoekprocedures.
In de hoekmodus Radian:
solve(tan(x)=1/x,x)|x>0 and x<1
¸
x
false wordt als resultaat gegeven indien er geen
reële oplossingen worden gevonden. true wordt als
resultaat gegeven indien solve() kan bepalen dat
elke eindige reële waarde van
var
voldoet aan de
vergelijking of ongelijkheid.
solve(x=x+1,x) ¸ false
solve(x=x,x)
¸ true
Aangezien solve() altijd een Booleaans resultaat
geeft, kunt u “en”, “of” en “niet” gebruiken om
resultaten van solve() met elkaar of met andere
Booleaanse uitdrukkingen te combineren.
2xì 11 and solve(x^2ƒ9,x) ¸
x
1 and x ƒ ë 3
Oplossingen kunnen een unieke nieuwe niet-
gedefinieerde variabele van de vorm @n
j
bevatten,
waarbij
j
een geheel getal in het interval 1–255 is.
Dergelijke variabelen staan voor een willekeurig
geheel getal.
In de hoekmodus Radian:
solve(sin(x)=0,x)
¸ x = @n1ø p
Voor machten met gebroken exponenten waarvan de
noemers oneven zijn liggen de resultaten in de modus
real uitsluitend op de reële as. In het geval van
uitdrukkingen die verschillende (dikwijls oneindig veel)
resultaten kunnen genereren (zoals machten met
gebroken exponenten, logaritmen en inverse
goniometrische functies) zal steeds alleen het meest
voor de hand liggende resultaat berekend worden. Als
gevolg hiervan produceert solve() alleen oplossingen
die corresponderen met dit reële geval of met dit meest
voor de hand liggende resultaat.
Opmerking: zie ook
cSolve(), cZeros(), nSolve()
en zeros().
solve(x^(1/3)=ë 1,x) ¸ x = ë 1
solve(
(x)=ë 2,x) ¸ false
solve(
ë (x)=ë 2,x) ¸ x = 4
solve(
vergelijking1
and
vergelijking2
[and
],
varOfSchatting1
,
varOfSchatting2
[,
]})
Booleaanse uitdrukking
Geeft mogelijke reële oplossingen voor het stelsel
vergelijkingen. Iedere
varOfSchatting
specificeert
een variabele waarvoor u wilt oplossen.
U kunt als u dat wilt een beginschatting formuleren
voor een variabele. Iedere
varOfSchatting
moet de
volgende vorm hebben:
variabele
– of –
variabele
=
reëel of niet-reëel getal
Bijvoorbeeld, zowel
x als x=3 is geldig.
solve(y=x^2ì 2 and
x+2y=
ë 1,{x,y}) ¸
x=1 and y=
ë 1
or x=
ë 3/2 and y=1/4