Operation Manual

Appendix A: Functies en instructies 971
Table CATALOG
Table
uitdrukking1
[,
uitdrukking2
] [,
var1
]
Maakt een tabel van de opgegeven uitdrukkingen
of functies.
De uitdrukkingen in de tabel kunnen ook als
grafiek worden getekend. Aan uitdrukkingen die
zijn ingevoerd met de opdrachten
Table of Graph
worden opklimmende functienummers toegekend,
te beginnen bij 1. De uitdrukkingen kunnen
gewijzigd of individueel gewist worden met de edit-
functies, die beschikbaar zijn wanneer de tabel
wordt weergegeven, door op
Header te
drukken. De op dat moment geselecteerde functies
in de Y= Editor worden tijdelijk genegeerd.
Om de door
Table of Graph gecreëerde functies te
wissen, voert u de opdracht
ClrGraph uit of
opent u de Y= Editor.
Indien de
var
parameter wordt weggelaten, wordt
de onafhankelijke variabele van de actuele
grafische modus aangenomen. Geldige variaties
van deze instructie zijn:
plotten van functies:
Table
uitdr
,
x
tekenen van para
terkrommen:
Table
xUitdr
,
yUitdr
tekenen van grafieken
in poolcoördinaten:
Table
uitdr
, q
Opmerking: de opdracht
Table is niet geldig
voor 3D-grafieken, grafieken van rijen of
grafieken van differentiaalvergelijkingen. U kunt
als alternatief
BldData gebruiken.
In de grafische modus Function.
Table 1.25x
ù cos(x) ¸
Table cos(time),time
¸
tan() @
@@
@ toets 2Y H
HH
H toets Y
tan(
uitdrukking1
)
uitdrukking
tan(
lijst1
)
lijst
tan(
uitdrukking1
) geeft de tangens van een
argument.
tan(
lijst1
) geeft een lijst met de tangens van elk
element in
lijst1
.
Opmerking: het argument wordt
geïnterpreteerd als een hoek in graden, gon
(grad) of radialen, volgens de actuele hoekmodus.
U kunt ó ,
G
of ô gebruiken om de instelling van
de hoekmodus tijdelijk te negeren.
In de hoekmodus Degree:
tan((
p/4)ô ) ¸ 1
tan(45)
¸ 1
tan({0,60,90})
¸ {0 3 undef}
In de hoekmodus Gradian:
tan((
p/4)ô ) ¸
π
π
)
4
(tan200
tan(50)
¸ 1
tan({0,50,100})
¸
{0 1 undef}
In de hoekmodus Radian:
tan(
p/4) ¸ 1
tan(45
¡) ¸ 1
tan({
p,p/3,-p,p/4}) ¸ {0 3 0 1}