Operation Manual

998 Appendix A: Functies en instructies
4
44
4 (convert) 2 key
uitdrukking_eenheid1
4
44
4 _
eenheid2
uitdrukking_eenheid2
Converteert een uitdrukking van de ene eenheid
naar de andere. De eenheden moeten uit dezelfde
categorie komen.
Het _ onderstrepingsteken geeft de eenheden
aan. Zie het module over constanten en
meeteenheden in dit boek voor een lijst van reeds
gedefinieerde eenheden. U kunt drukken op:
@ 2 9
H
8
88
ÀÀ
À om eenheden te selecteren uit
een menu of u kunt de namen van de eenheden
rechtstreeks intypen.
Voor het _ onderstrepingsteken, bij het
rechtstreeks intypen van eenheden, drukt u op:
@ ¥
H 2
22
2 5
55
5
Opmerking: de 4 conversie-operator behandelt
geen temperatuureenheden. Gebruik hiervoor
tmpCnv() en @
@@
@tmpCnv().
3_m 4 _ft ¸ 9.842…ø_ft
10^() CATALOG
10^ (
uitdrukking1
)
uitdrukking
10^ (
lijst1
)
lijst
Geeft 10 tot de macht bepaald door het
argument.
Voor een lijst geeft dit 10 verheven tot de macht
bepaald door de elementen van
lijst1
.
10^(1.5) ¸ 31.622...
10^{0,
ë 2,2,a} ¸ {1
1
100
100 10
a
}
10^(
vierkanteMatrix1
)
vierkanteMatrix
Geeft 10 tot de macht
vierkanteMatrix1
. Dit is
niet
hetzelfde als het berekenen van 10 tot de macht
voor ieder element. Voor informatie over de
rekenmethode, zie cos().
vierkanteMatrix 1
moet diagonaliseerbaar zijn. Het
resultaat bevat altijd getallen met een drijvende
komma.
10^([1,5,3;4,2,1;6,L2,1]) ¸
1.143…E7 8.171…E6 6.675…E6
9.956…
E6 7.115…E6 5.813…E6
7.652…
E6 5.469…E6 4.468…E6
xê CATALOG (^
-1
)
uitdrukking1
xê
uitdrukking
lijst1
xê
lijst
Geeft de omgekeerde van het argument.
Voor een lijst geeft het de omgekeerden van de
elementen in
lijst1
.
3.1^ë 1 ¸ .322581
{a,4,
ë.1,xì 2}^ë 1 ¸
{
1
a
1
4
ë 10
1
x
ì 2
}
vierkanteMatrix1
xê
vierkanteMatrix
Geeft de inverse van
vierkanteMatrix1
.
vierkanteMatrix1
moet een niet-singuliere vierkante
matrix zijn.
[1,2;3,4]^ë 1 ¸
[1,2;a,4]^
ë 1¸