Instructions

Maximum/Minimum-functie
Weergave van maximum- en minimumwaarden
Druk op de SET/MAX/MIN toets in de normaalmodus.
(Fig.3 M) verschijnt op het display.
De maximale binnentemperatuur en buitentemperatuur
sinds de laatste terugstelling worden aangetoond.
Druk nog eens op de SET/MAX/MIN toets.
(Fig.3 M) verschijnt op het display.
De minimale binnentemperatuur en buitentemperatuur
sinds de laatste terugstelling worden aangetoond.
Druk nog ééns op de SET/MAX/MIN toets om naar de
normaalmodus terug te keren.
Terugstelling van maximum- en minimumwaarden
a) Handmatige terugstelling
Druk op de SET/MAX/MIN toets en houdt deze ingedrukt,
wanneer op het display de maximum- en minimumwaarden
verschijnen. De waarden worden gewist en op de actuele
waarde teruggezet.
b) Automatische terugstelling
Voorwaarde: de automatische reset is ingeschakeld in
de instelmodus (AUTO ON). Het
(Fig.3 B) symbool
verschijnt op het display.
De maximum- en de minimumwaarden worden automa-
tisch dagelijks om 0.00 h gereset.
Een tussentijdse handmatige reset is nog steeds mogelijk.
Montage
Zoek buitenshuis een schaduwrijke en een tegen regen
beschermde plaats uit voor de zender. Direct zonlicht
vervalst de meetwaarden en continue vochtigheid belast
de elektronische componenten onnodig.
Controleer voor de denitieve installatie of een overdracht
van de meetwaarden van de zender op de gewenste
opstellingsplaats naar het basisapparaat in de woonruimte
plaatsvindt.
Gebruik het basisapparaat niet in de onmiddellijke nabij-
heid van een verwarming of andere warmtebronnen en stel
het niet bloot aan directe zonnestralen.
Vermijd de nabijheid van andere elektrische apparaten
(televisie, computer, radiograsche telefoons). Massieve
wanden, in het bijzonder met metalen delen, kunnen
de reikwijdte van de zender (max. 100 m) aanzienlijk
beperken.
Batterijwissel
Vervang de batterijen van het basisapparaat of de zender
als het desbetreffende batterijsymbool (Fig.3 C, Fig.3
E, Fig.1 C) op het display verschijnt.
Attentie: bij een batterijwissel moet het contact tussen de
zender en het basisapparaat weer worden hersteld – dus
altijd beide apparaten opnieuw volgens de handleiding in
bedrijf stellen of handmatig de buitenzender zoeken.
Extra buitenzenders (optioneel)
Als u meerdere buitenzenders wilt aansluiten, kiest u met
de 1/2/3 schuifschakelaar (Fig.2 B) in het batterijvak
van de buitenzender voor elke buitenzender een ander
kanaal. Plaats er twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in.
Batterijen met de juiste poolrichting plaatsen. Neem
het basisapparaat dan in werking of start het handmatig
zenderzoeken:
Kies met de +/CHANNEL (Fig.3 J) toets de desbetreffende
zender.
Houdt de +/CHANNEL toets op het basisapparaat drie
seconden ingedrukt. De geregistreerde buitenzender
(kanaal) wordt gewist.
Druk op de TX toets (Fig.2 A) in het batterijvak van de
betreffende zender. De gegevens worden onmiddellijk
overgedragen.
De buitenwaarden en het kanaalnummer verschijnen
op het display van het basisapparaat. Als u meerdere
buitenzenders heeft aangesloten, kunt u met de +/
CHANNEL toets op het basisapparaat tussen de kanalen
1-3 schakelen.
U kunt ook een automatische kanaalwissel instellen. Bij
herhaalde bediening van de +/CHANNEL verschijnt achter
de laatst geregistreerde zender (1 tot 3) een kringsymbool
(Fig.3 G) voor de automatische kanaalverandering. Druk
nog eens op de +/CHANNEL toets om de functie uit te
schakelen.
Na de succesvolle inbedrijfstelling van de buitenzender
sluit u het batterijvak weer zorgvuldig
31 32