Operation Manual

80
OPSTARTEN:
BIJ GEBRUIK VAN ÉÉN ZENDER
1. Plaats de batterijen in de zender (zie “Plaatsen en vervangen van batterijen in de
temperatuurzender boven).
2. Binnen 2 minuten na het opstarten van de zender de batterijen in het weerstation plaatsen (zie
Plaatsen en vervangen van batterijen in het weerstation boven). Zodra de batterijen op hun
plaats liggen lichten alle delen van het scherm even op en klinkt er een kort geluidsignaal. Vervolgens
wordt de binnentemperatuur en binnenvochtigheid, en de tijd 0:00 weergegeven en begint het
pictogram van de signaalontvangst te knipperen. Als dit na 60 seconden nog niet het geval is,
verwijder dan de batterijen en wacht tenminste 60 seconden alvorens deze weer te plaatsen. Zodra
de binnendata worden weergegeven kan worden verder gegaan met de volgende stap.
3. Nadat de batterijen zijn geplaatst begint het weerstation data van de zender te ontvangen. De
buitentemperatuur dienen nu door het weerstation te worden weergegeven. Als dit na 2 minuten nog
steeds niet het geval is dienen de batterijen uit beide toestellen te worden verwijderd en herstart te
worden vanaf stap 1.
4. In verband met de goede ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal dient de uiteindelijke afstand
tussen het temperatuurstation en de zender onder goede omstandigheden nooit meer te zijn dan 100
meter (zie opmerkingen onder “Positioneren” en “868 MHz-ontvangst”).
Let op:
Let er bij het verwisselen van de batterijen in de toestellen goed op dat de batterijen niet los springen van de
contactpinnetjes. Wacht na het uitnemen van de batterijen altijd tenminste 1 minuut alvorens deze weer te
plaatsen, anders kunnen zich zendproblemen voordoen.
BIJ GEBRUIK VAN MEERDERE ZENDERS
1. Als opstarten voordien met een zender is gebeurd moeten alle batterijen uit het weerstation en de
zenders worden gehaald; wacht vervolgens 60 seconden.
2. Plaats de batterijen in de eerste zender.