Operation Manual

110
0
1
2
3
4
9
8
7
6
5
2
1
Staat de codeerschakelaar in de stand 0 (A+B), dan beïnvloeden de knoppen
/ voor het eerste kanaal lichtgroep A.
De knoppen / voor het tweede kanaal beïnvloeden lichtgroep B, de scène-
knoppen 1/2 en de knoppen ON en OFF gelden voor beide lichtgroepen.
Voor de stand 3 (C+D) geldt hetzelfde.
Staat de codeerschakelaar in de stand 7 (all), dan beïnvloeden alle knoppen
alle kanalen.
4.2 Programmeren van de groepen
Procedure om een nieuw groepsadres aan de aanwezigheidsmelder toe te
wijzen.
De codeerschakelaar wordt met een
schroevendraaier in de gewenste stand
gezet.
Een druk op de programmeerknop in
het batterijvak activeert de program-
meermodus. De LED knippert regel-
matig.
Door de knoppen en in te druk-
ken, wordt het groepsadres van het ka-
naal naar de melder en daardoor naar
de bijbehorende lichtgroep gezonden.