Operation Manual

Servomotor met geïntegreerde temperatuurregelaar
CHEOPS CONTROL
theben
NL-versie jul-11 [wijzigingen voorbehouden]
Pagina 56 van 76
5.3 Externe interface
De externe interface bestaat uit de ingangen E1 en E2.
Beide ingangen gaan naar buiten via de aansluitkabel van Cheops.
De manier waarop deze ingangen worden gebruikt (aanwezigheidssensor of actuele
temperatuur) wordt vastgelegd op de parametersbladzijde „Instellingen“.
Het instellen van de parameters van de ingangen zelf geschiedt op de parameterbladzijde
„Externe interface“.
5.3.1 Elektrische aansluitingen
Tabel 27
Naam
Kleur
Functie
BUS
Zwart (-)
Rood (+)
EIB-buskabel
E1:
Geel
Groen
Binaire ingang voor raamcontact(en)
E2 Wit
Bruin
Binaire ingang voor aanwezigheidsmelder, impulsdrukknop of
analoge ingang voor externe temperatuurvoeler
5.3.2 Ingang E1
E1 wordt uitsluitend gebruikt voor raamcontacten (indien aanwezig).
De raamcontacten kunnen direct en zonder extra stroomvoorziening worden aangesloten op
E1.
Op de parameterbladzijde „Externe interface“ kan het soort aangesloten raamcontact (rust- of
maakcontact) worden ingesteld.
Wanneer de positie van het raam door het contact wordt herkend als „open“, dan schakelt
Cheops Control over naar de bedrijfsmodus Vorstbeveiliging.