Installation Instructions

10
NL Technische gegevens
Gewicht eenheid: ca. 9,5 kg
Max. toegestane belasting op het product: 35 kg
Veiligheidsinstructies
1. Thule wijst elke verantwoordelijkheid voor persoonlijk letsel en/of schade aan eigendommen
en hieruit voortvloeiende vermogensschade die zijn veroorzaakt door foutieve montage of
foutief gebruik van de hand.
2. Deetsendragermoetvolgensdeinstructiesopeenveiligewijzeinelkaargezeten
gemonteerd worden.
3.
*
Verzekeruvoorafervandatdeondergrondwaarophetetsenrekgemonteerdwordt,
voldoende stevig is. Indien nodig versterken.
4. Deetsendragerofgetransporteerdegoederenmogendeachterlichtenvanhetvoertuigniet
afdekken.
5. Debestuurdervanhetvoertuigiseralsenigeverantwoordelijkvoordatdeetsendrager
geen gebreken vertoont en goed is vastgezet.
6. Plaatsaltijddegrootste/zwaarsteetshetdichtstbijdewand,endaarnapasdekleinere/
lichtereets.
7. Laattijdenshetvervoergeenlossedingenopdeetsenzitten.
8. Binddebuitensteetsmetdebijgeleverdelangebindriemvastaanhetframevande
etsendrager.
9. Controleer of riemen en andere bevestigingen stabiel vastzitten. Zet ze zonodig opnieuw
vast.
10. Alsdeetsendragergemonteerdis,isdeautolangerdannormaal.Doordeetsenkunnende
breedte en de hoogte van de auto eveneens toenemen. Wees voorzichtig bij achteruitrijden.
11. Beschadigde of versleten onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.
12. Wanneer het product is gemonteerd, kan het rijgedrag van de auto in bochten en bij remmen
veranderen.
13. U dient zich altijd aan de snelheidsbeperkingen en overige verkeersregels te houden.
14. De snelheid moet worden aangepast naargelang de omstandigheden en de lading tot een
veilig niveau.
15.
*
Indien de lading meer dan 40cm uitsteekt voorbij de buitenste zijkanten van de
voertuigverlichting resp. de positioneringlampen van de achterop geïnstalleerde drager, moet
de lading aan de zijkant voorzien worden van een vooruit gerichte witte lamp, niet meer dan
40cm van het eind en niet meer dan 1.5m boven de rijbaan. Een rode lamp moet zichtbaar
zijn vanaf de achterzijde.
16. Bij voertuigen waarvan de eerste typegoedkeuring van na 01-10-1998 is, mag de gemonteerde
etsendragerofdevervoerdeladingniethetzichtophetderderemlichtvandeauto
benemen (ISO). Het gebied waarbinnen zichtbaarheid van het remlicht is vereist, wordt
bepaald als volgt: zijwaarts: binnen 10° links en rechts ten opzichte van de longitudinale
as van het voertuig; in de hoogte: onder 10° horizontaal neerwaarts ten opzichte van de
bovenzijde van de lamp, boven 5° verticaal ten opzichte van te worden. (Niet van toepassing
opdakgemonteerdeetsendragers).
i