Operation Manual

78
Instellingen
Codes
Functie nummeroproep (paging) instellen
Hier kunt u alle instellingen programmeren die voor de functie nummeroproep benodigd zijn.
Selecteer de gewenste functie door het indrukken van bijbehorende regeltoets:
Toegangscode (AB-code)
VIP-code
Berichtcode
1. De -toets indrukken.
De programmeervelden verschijnen. Geef
hier de gewenste toegangscode in. De code
kan uit maximaal 4 cijfers bestaan. Het over-
schrijven van alle cijfers met de -toets blok-
keert de functie afstandbediening.
De programmeervelden verschijnen. Geef
hier uw VIP-code in. De code kan uit maxi-
maal 3 cijfers bestaan. Het overschrijven van
alle cijfers met de -toets blokkeert de func-
tie afstandbediening.
De programmeervelden verschijnen. Geef hier uw
berichtcode in. De code kan uit maximaal 2 cijfers
bestaan. Het overschrijven van alle cijfers met de
-toets blokkeert de functie berichtcode.
Alle instellingen worden opgeslagen.
1. Vanuit de basisstand de volgende
toetsen indrukken: , Instellingen ,
Nummeroproep
Oproepnummer
2. Het telefoonnummer ingeven.
Geef hier het telefoonnummer in dat moet wor-
den gebeld wanneer er een bericht is inge-
sproken.
Gebruik hiervoor de volgende tekens:
0 .. 9 alle cijfers
N
ster
# hekje
- (2nd M) pauze
~ (W) wachten op kiestoon
(2nd W) teksteinde afwachten