Operation Manual

Netwerkconfiguratie
12
Netwerkconfiguratie
Om toegang te krijgen tot de webinterface van de tiptel 40 VoIP, moet er een
netwerkverbinding (met TCP/IP-protocol) tussen de PC en de tiptel 40 VoIP actief
zijn.
U dient er voor te zorgen dat het IP-adres en subnetmasker in dezelfde IP-reeks
dienen te zitten als die van het netwerk.
Als de tiptel 40 VoIP in een bestaand netwerk wordt aangesloten, dan raden we aan
dat u de instellingen van de tiptel 40 VoIP wijzigt via een PC alvorens u de
netwerkkabel op het bestaande netwerk aansluit.
Tip: Als u de tiptel 40 VoIP voor de configuratie direct op uw computer
aansluit, moet u eventueel de netwerkinstellingen van uw computer
wijzigen.
Meer info daarover vindt u op www.tiptel.nl op de download pagina's
voor de tiptel 40 VoIP
Netwerkinstellingen van de tiptel 40 VoIP
Om de instellingen van de tiptel 40 VoIP aan te passen, heeft u een ISDN-telefoon
nodig die u direct op de ISDN-2 aansluiting S01 van de tiptel 40 VoIP aansluit.
Vraag aan de netwerkbeheerder welke instellingen nodig zijn voor de invoer van
vaste IP-adressen. Vraag een vrij IP-adres dat geschikt is voor internettoegang (geen
IP-adresblokkering of MAC-adresblokkering in de router of in de firewall).
Sluit de ISDN-telefoon aan op ISDN-2 aansluiting S01 van de tiptel 40 VoIP.
Een MSN nummer in de telefoon invoeren is niet nodig.
Neem de hoorn op van de telefoon.
Begin nu met het invoeren van het IP-adres.
Om het IP-adres in te geven dient u de volgende code

in te geven gevolgd door het IP-adres in het formaat
nnn
nnn
nnn
nnn
.
Voor bijvoorbeeld: 192.168.1.1 dient u de volgende code in te geven:

Als u een bevestigingstoon hoort, leg dan de hoorn terug op de telefoon.