Operation Manual

Telefoonboek
37
Individuele meldtekst (oproepfilter)
Aan elke invoer vanuit het telefoonboek, kunt u een van de 5 individueel in te spre-
ken meldteksten toekennen. Indien het inkomende telefoonnummer overeenkomt
met het telefoonnummer in het telefoonboek, hoort de gesprekspartner de voor
hem bestemde meldtekst. Verder bestaat de mogelijkheid om de tele-
foonbeantwoorder voor bepaalde gesprekspartners uit te schakelen.
De gesprekspartner in het telefoonboek zoeken waar u een individuele meldtekst
aan wilt toekennen.
Bij een nieuwe invoer: de toets
t
weede functie en vervolgens de
pijltjestoets (naar beneden) in-
drukken.
Het display geeft het invoerveld voor de
naam en het telefoonnummer weer.
2s
Bij een beschikbare invoer: invoer opzoeken (zoals onder "Ingevoerde gegevens
opzoeken" beschreven) en de regeltoets naast de invoer gedurende 2 seconden
in te drukken.
Regeltoets naast het pictogram
voor Submenu indrukken.
In het display verschijnt de ingestelde
meldtekst.
Met de pijltjestoetsen (naar boven
of naar beneden) kunt u de ge-
wenste meldtekst instellen.
In het display verschijnen de cijfers 1 t/m
5, "geen" of een streepje. Indien u "geen"
kiest, schakelt de telefoonbeantwoorder
niet in bij deze invoer. Met een streepje
wordt de functie uitgeschakeld en is de op
pagina 15 ingestelde meldtekst actief.
Voor het beëindigen van de invo-
er, dient u de stop-toets meerdere
keren in te drukken.
De invoer wordt opgeslagen. Het display
keert terug in de ruststand.
De gewenste meldtekst kan zoals onder het hoofdstuk "Meldteksten" (pagina
15) beschreven, worden ingesproken.