Operation Manual

74
Instellingen
Gebruik achter een telefooncentrale (vervolg)
Telefoonbeantwoorder instellen
Hier heeft u de mogelijkheid om de telefoonbeantwoorder naar eigen wens in te stellen.
Voor het instellen van de gewenste functie de bijbehorende regeltoets indrukken.
1. Vanuit de basisstand de volgende
toetsen indrukken: , Instellingen ,
Beantwoorder
Meldtekst:
Gewenste meldtekstnummer ingeven.
Belsignalen:
Gewenste aantal belsignalen ingeven.
Belsignaal/meeluisteren:
Bij iedere druk op de toets wisselt het dis-
play tussen "aan" en "uit".
Opnameduur:
Gewenste aantal minuten (1...9) ingeven.
Hier selecteert u welke meldtekst weergege-
ven moet worden.
Hier bepaalt u na hoeveel belsignalen de tele-
foonbeantwoorder de lijn moet aannemen.
Aan = het belsignaal en de luidspreker wor-
den tijdens de functie beantwoorden
ingeschakeld.
Uit = het belsignaal en de luidspreker wor-
den tijdens de functie beanwoorden
uitgeschakeld.
Dit is de maximale tijd voor het inspreken van een
bericht. Wanneer er tijdens het inspreken van
een bericht 8 seconden niet gesproken wordt zal
de telefoonbeantwoorder de verbinding verbre-
3. De regeltoets naast
"Doorverbindtoets" indrukken.
4. De regeltoets naast "Pauzetijd"
indrukken.
5. De -toets indrukken.
Het display wisselt tussen "Aarde" en "Flash".
De ingestelde functie wordt door het indruk-
ken van de "R"-toets gebruikt voor speciale
functies (bijv. ruggespraak en doorverbinden).
De cursor verschijnt in het display. Geef de
gewenste pauzetijd (1 t/m 9 seconden) in.
Deze pauzetijd kan door het symbool "~" tus-
sen de cijfers van het telefoonnummer gezet
worden.
De ingegeven waarde wordt opgeslagen. Het
display gaat weer terug naar het vorige menu.