Operation Manual

Telefoonregister
61
Individuele meldtekst (oproepfilter)
Aan elke invoer vanuit het telefoonregister, kunt u een van de vijf individueel in te
spreken meldteksten toekennen. Indien het inkomende telefoonnummer overeen-
komt met het telefoonnummer in het telefoonregister, hoort de gesprekspartner de
voor hem bestemde meldtekst. Verder bestaat nog de mogelijkheid om de tele-
foonbeantwoorder voor bepaalde gesprekspartners uit te schakelen.
De gesprekspartner in het telefoonregister zoeken waar u een individuele
meldtekst aan wilt toekennen.
Bij een nieuwe invoer: de toets
tweede functie en vervolgens de
pijltjestoets (naar boven of naar
beneden) indrukken.
Het display geeft het invoerveld voor de
naam en het telefoonnummer weer.
of
2 sec.
Bij een beschikbare invoer: invoer opzoeken (zoals onder “Ingevoerde
gegevens opzoeken” beschreven) en de regeltoets naast de invoer gedurende
2 seconden in te drukken.
Regeltoets naast het pictogram
voor Submenu indrukken.
In het display verschijnt de ingestelde
meldtekst.
Met de pijltjestoetsen (naar boven
of naar beneden) kunt u de
gewenste meldtekst instellen.
In het display verschijnen de cijfers 1 t/m
5, “geen” of een streepje. Indien u “geen”
kiest, schakelt de telefoonbeantwoorder
niet in bij deze invoer. Met een streepje
wordt de functie uitgeschakeld en is de op
pagina 18 ingestelde meldtekst actief.
Voor het beëindigen van de
invoer, dient u de stop-toets
meerdere keren in te drukken.
De invoer wordt opgeslagen. Het display
keert terug in de ruststand.
De gewenste meldtekst kan zoals onder het hoofdstuk “Meldteksten” be-
schreven, worden ingesproken.