Operation Manual
Wat uw toestel verder nog kan ...
31
Ruimte per telefoon bewaken
U kunt ruimtes waarin uw toestel staat van buitenaf bewaken.
Op het toestel in de te bewaken ruimte is de functie "Ruimtebewaking"
ingeschakeld (zie ook het programmeerhandleiding pagina 41).
Het toestel waarmee u van buitenaf oproept, moet ingesteld zijn op de
kiesmethode TDK; DTMF. U neemt de hoorn van dat toestel en kiest
het telefoonnummer en voert vervolgens de PIN-code in, bestaande uit
4 posities (zie het programmeerhandleiding op pagina 43).Vervolgens
hoort u de bevestigingstoon.
Het toestel in de te bewaakte ruimte signaleert eenmalig met een
oproepsignaal. Vervolgens schakelt deze over op ruimtebewaking en u
kunt luisteren wat er in de desbetreffende ruimte gebeurt. Indien u een
"stille bewaking" zonder het eenmalig signaleren wenst, schakelt u het
oproepsignaal uit (zie ook het programmeerhandleiding op pagina 21).
Wanneer u met een persoon via ruimtebewaking wilt vrijspreken omdat
luisteren alleen niet toereikend is, kunt u door middel van de volgende
toetsen wisselen tussen spreken en luisteren:
Cijfertoets 5 indrukken: "Vrij spreken" is weer ingeschakeld.
Cijfertoets 4 indrukken: u hoort de persoon in de bewaakte ruimte.
Cijfertoets 6 indrukken: u kunt nu zelf spreken.
U kunt met de cijfertoetsen 4 en 6 hiertussen wisselen.
Cijfertoets 8 indrukken: het gesprek wordt beƫindigd, de telefoon laat
geen bezettoon horen via de luidsprekers, het gesprek kan ook wor-
den beƫindigd door de hoorn neer te leggen.
Let bij het gebruik van de "stille bewaking" op de privacywet.