Operation Manual
Gebruiksaanwijzing IP 200 en IP 202 Pagina 11
a) U wordt gebeld:
1. Druk op de luidsprekertoets . De telefoon werkt nu in de modus handenvrij bellen (zie
afbeelding 8). Het gewenste volume kunt u met de pijltjestoetsen of instellen.
2. De modus handenvrij bellen kunt u uitschakelen, doordat u na het einde van het gesprek
opnieuw op de luidsprekertoets drukt.
b) U belt uw gesprekspartner met de functie handenvrij bellen:
1. Druk op de luidsprekertoets , om de luidspreker in te schakelen.
2. Geef het telefoonnummer in.
3. Druk na het einde van het gesprek opnieuw op de luidsprekertoets en de functie
handenvrij bellen wordt uitgeschakeld.
Wisselen tussen hoorn en handenvrij bellen
U voert een gesprek met de hoorn en wilt omschakelen op de functie handenvrij bellen:
1. Druk op de luidsprekertoets en houd deze ingedrukt. Het luidsprekersymbool verschijnt
"" op het display.
2. Leg de hoorn op de haak.
3. Laat nu de luidsprekertoets los. Naast het luidsprekersymbool " " verschijnt bijkomend
het microfoonsymbool " " (zie afbeelding 8). De functie handenvrij bellen wordt
ingeschakeld. Het volume kunt u met de pijltjestoetsen of instellen.
4. Om weer om te schakelen op de hoorn, neemt u de hoorn van de haak. De symbolen " "
verdwijnen en de functie handenvrij bellen wordt uitgeschakeld.
3.1.7 Functie mute
Tijdens een telefoongesprek kunt u door het uitschakelen van de microfoon een vertrouwelijk gesprek
voeren in de kamer, zonder dat uw gesprekspartner aan de telefoon kan meeluisteren.
afbeelding 9 Functie mute
1. Druk tijdens een gesprek op de toets mute . Het microfoonsymbool " " knippert (zie
afbeelding 9). De hoorn resp. de microfoon voor de functie handenvrij bellen is uitgeschakeld.
U kunt nu een vertrouwelijk gesprek voeren in de kamer.
2. Druk opnieuw op de toets mute .
Wanneer u telefoneert met de hoorn van de haak, dan verdwijnt het knipperende
microfoonsymbool " " en het hoornsymbool is opnieuw ingeschakeld.
Wanneer u telefoneert met de functie handenvrij bellen, dan wordt het microfoonsymbool
" " permanent weergegeven en de microfoon voor de functie handenvrij bellen is weer
ingeschakeld. U kunt verder telefoneren.
3.1.8 Ruggespraak houden
Tijdens een gesprek kan de verbinding in een wachttoestand worden gebracht. In de wachttoestand
kunt u een andere deelnemer opbellen om ruggespraak te houden. Uw gesprekspartner op de
verbinding die in wacht staat, kan deze ruggespraak niet horen. U hebt de wachtfunctie daarnaast nodig
voor de functies makelen en doorverbinden van een gesprek.