Operation Manual

Functies van de toestelaansluitingen
9
Oproepomleiding vertraagd (CFNR)
De inkomende oproepen worden eerst enige tijd op het eigen toestel gesignaleerd.
Wanneer de oproep binnen een bepaalde tijd niet wordt aangenomen, wordt deze
omgeleid naar een ander toestel (intern/extern).
Een geprogrammeerde oproepomleiding wordt, nadat u de hoorn van het toestel
neemt, op het toestel gesignaleerd door een speciale kiestoon. Uitgaande
verbindingen zijn zonder enige beperking vanaf het toestel mogelijk.
Opmerking: De tijd voor een vertraagde oproepomleiding is in te stellen tussen 5 en
40 seconden. Deze instelling kan alleen maar door de administrator
uitgevoerd worden.
Voor het activeren van de afzonderlijke omleidingstypen dienen de volgende
toetscombinaties te worden ingegeven:
Oproepomleiding direct uit

Oproepomleiding direct aan met
telefoonnummer

Bestemming
Oproepomleiding vertraagd uit

Oproepomleiding vertraagd aan met
telefoonnummer

Bestemming
Oproepomleiding bij bezet uit

Oproepomleiding bij bezet aan met
telefoonnummer

Bestemming
Bij het programmeren van een externe bestemming moet het buitenlijnnummer,
standaard de
, ook worden ingegeven.
De ingave wordt met een bevestigingstoon of een met fouttoon afgesloten.
De externe oproepomleiding gebeurt steeds voor het ingevoerde uitgaande nummer.
Bij ISDN-telefoontoestellen gebeurt het programmeren via het Keypad of via eigen
menu’s die gebruik maken van de overeenstemmende ISDN-diensten. Raadpleeg
hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw toestel.