Operation Manual
Installatie en ingebruikneming
11
Installatie en ingebruikneming
Indien gewenst, kunt u de ISDN-telefooncentrale aan een wand monteren.
Aanwijzingen hiervoor vindt u in de bijlage onder Wandmontage
Let erop, dat voor het openen van het toestel de adapter uit de
wandcontactdoos wordt verwijderd.
1. Eerst verbindt u uw toestellen met de analoge poorten P1-P4 (via de
geïntegreerde RJ-aansluitingen of via de kroonsteenaansluitingen P1-P4).
Wanneer u ook een ISDN-toestel (bijv. een telefoon) wilt aansluiten, verbindt u
deze met de aansluiting ”interne S
0
“. In geval van een aanwezige ISDN-BUS
bedrading kan deze ook direct in de interne S
o
worden gestoken; zo kunnen
max. acht ISDN-toestellen worden aangesloten.
2. Sluit de ISDN-telefooncentrale op het ISDN-netwerk aan. Hiervoor verbindt u de
ene kant van de RJ 45 stekker van de ISDN kabel met de „externe S
0
“
aansluiting. De andere kant van de RJ 45 stekker van de kabel steekt u in de
NT1.
3. Verbind alle toestellen met de voeding. De led “FUNCTION“ knippert langzaam
als probleemloze toegang tot het ISDN-netwerk mogelijk is.
Wanneer de led kort aan - lang uit knippert, is de ISDN-aansluiting niet goed
uitgevoerd. Controleer de aansluiting. Ga pas met de instelling verder als de led
“FUNCTION” langzaam knippert.