Operation Manual

Functies telefooncentrale
22

Met deze opdracht wordt een willekeurige, ergens overgaande oproep naar uw eigen
toestel gehaald en wordt verbinding met de externe gesprekspartner gemaakt.
Met de opdracht

“Intern toestel” wordt een oproep opgehaald, die bij het
genoemde interne toestel overgaat. Wanneer u dus een oproep wilt ophalen, die op
toestel 21 overgaat, doet u het volgende:


Bestaande verbinding ophalen
Het is ook mogelijk een reeds bestaande verbinding naar het eigen toestel te halen.
Dit dient er bijv. voor om een gesprek op een antwoordapparaat te onderbreken als
men vastgesteld heeft dat men nog met de beller wil spreken. Ook hiervoor geldt de
opdracht

“Intern toestel.”
Om een bestaande verbinding van een toestel te kunnen ophalen, moet dit
toestel daarvoor zijn vrijgegeven. Dit gaat met de code



“Intern toestel”
. Een gedetailleerde beschrijving van deze opdracht vindt u
in het hoofdstuk “Interne toestel opties”.
Doorverbinden in de centrale (ECT)
De ISDN-telefooncentrale ondersteunt de ISDN-functie ECT op de interne S
o
-bus,
hiermee kan een ISDN toestel die over deze functie beschikt, doorverbinden op de
interne S
o
-bus. De functie ECT zal in het toestel vrijgeschakeld dienen te worden.
Aanklopper afwijzen
Bij een bestaand telefoongesprek wordt in de verbinding aangeklopt als nog een
oproep voor deze aansluiting binnenkomt. Het aankloppen wordt hoorbaar gemaakt
via een waarschuwingstoon in de hoorn. Deze beller kan door invoeren van

worden afgewezen. Door het indrukken van
komt u in uw gesprek terug.