Operation Manual
Functies telefooncentrale
28
Gesprek in de centrale parkeren
Een verbinding kan in de telefooncentrale worden geparkeerd. Daarna kan het
gesprek bijv. met een ISDN-telefoon op een andere locatie van dezelfde ISDN-
aansluiting worden voortgezet door het gesprek op een ISDN-telefoon uit de
parkeerstand te halen.
Voor het parkeren van een verbinding kiest u de code
en daarna een
cijfercombinatie (2 posities) tussen
en
.
De dienst kan alleen worden uitgevoerd als op dit moment geen verdere externe
verbindingen bestaan.
Voorbeeld:
U heeft een oproep aangenomen en wilt het gesprek via een ISDN-telefoon
voortzetten. Het gesprek wordt bijv. met 48 geparkeerd en moet op een andere
telefoon weer uit de parkeerstand worden gehaald.
Gesprek parkeren:
Gesprek op een andere telefoon uit de parkeerstand halen:
invoeren en gesprek voortzetten.
Keypad-protocol
Enkele telefooncentrales gebruiken voor de programmering van functies (bijv.
oproepdoorschakelen) het „keypad-protocol“. Keypad Informatie wordt dan met
betrekking tot een in te geven MSN verstuurd.
Toegestane karakters die voor programmering naar de telefooncentrale kunnen
worden verstuurd zijn
, alsmede
en
.
De toetsvolgorde en de daarmee samenhangende instelmogelijkheden in de
netwerkcentrale worden door de desbetreffende netwerkleverancier bekend
gemaakt.
Het zenden van keypad-informatie wordt in principe als volgt uitgevoerd:
Telefoonhoorn opnemen. U hoort de kiestoon.