Operation Manual

Functies telefooncentrale
29

Code voor keypad-functie invoeren. Er komt automatisch een buitenlijn, u hoort
de kiestoon van de buitenlijn.
Cijfers Keypad-cijfers invoeren.
Telefoonhoorn terugleggen op het toestel. Invoer beëindigd.
Voorbeeld:
Van een willekeurige aansluiting moet via de keypad-functie de informatie
6100842333# verstuurd worden.


Verkorte kiesnummers uitvoeren
U kunt maximaal 100 veel gebruikte telefoonnummers van maximaal 20 cijfers
kunnen als verkorte kiesnummers worden opgeslagen. Deze verkorte kiesnummers
zijn voor elke gesprekspartner direct toegankelijk en worden door het kiezen van de
code

en het ingeven van een nummer
tot en met
uit het verkorte
kiesgeheugen opgeroepen (zie ook verkorte kiesnummers opslaan en verwijderen).
Voorbeeld:
Toestel 21 wil de externe gesprekspartner met het telefoonnummer 0123-
4567890 bellen. Dit telefoonnummer is als verkort kiesnummer 11 opgeslagen.


De gewenste gesprekspartner wordt gebeld.
Babyfoon-functie
Met deze voorziening biedt uw telefooncentrale een actieve ruimtebewaking. Na het
invoeren van de opdracht legt u de telefoonhoorn naast de telefoon. Uw
telefooncentrale bewaakt nu het geluid in de ruimte. Wanneer een bepaald
geluidsniveau (instelbaar van gevoelig tot ongevoelig) langer dan 1 seconde duurt,
wordt het bij de opdracht ingevoerde nummer (intern of extern) gebeld en wordt
verbinding gemaakt. Als de verbinding door de gebelde weer wordt verbroken, blijft
de bewaking actief en bij het opnieuw overschrijden van het geluidsniveau wordt het
ingestelde telefoonnummer weer gebeld. De babyfoon functie wordt pas beëindigd
als de hoorn weer op het toestel terug wordt gelegd.