Operation Manual

Telefoonnummer overzicht instellen
49
Telefoonnummer overzicht instellen
In de leveringssituatie zijn de analoge interne toestellen evenals de interne S
0
-bus als
volgt bezet:
Analoge poort 1 (P1) – toestelnummer 21
Analoge poort 2 (P2) – toestelnummer 22
Analoge poort 3 (P3) – toestelnummer 23
Analoge poort 4 (P4) – toestelnummer 24
Interne S
0
-bus – MSN’s 40-49
Deze basisconfiguratie is voor de meeste gevallen waarschijnlijk voldoende.
Bovendien biedt uw telefooncentrale natuurlijk ook uitgebreide mogelijkheden voor
de individuele configuratie van een eigen telefoonnummer overzicht. Daarbij bestaat
niet alleen de mogelijkheid toestelnummers als intern toestel in te stellen, maar
kunnen zelfs vaak gebruikte opdrachten op toestelnummers worden vastgelegd.
Om de configuratie van een eigen telefoonnummer overzicht te vereenvoudigen,
wordt eerst het instellen van toestelnummers van uw telefooncentrale besproken.
Instellen van toestelnummers
In tegenstelling tot vele andere telefooncentrales zijn de toestelnummers voor de
analoge toestelen en de interne S
0
-bus niet vast geprogrammeerd, maar kunnen
individueel worden ingesteld. De instellingen die mogelijk zijn, kunt u terug vinden in
hoofdstuk “Codes voor toestelnummers”.
Instellen van een toestelnummer
Het instellen van een toestelnummer wordt gerealiseerd met de opdracht:

num
1
num
2
num
3
Om de instelling van een toestelnummer te verwijderen, gebruikt u de volgende
opdracht:

num
1
num
2
num
3
De begrippen num 1, num 2 en num 3 hebben hierbij de volgende betekenis: