Operation Manual

Aanwijzingen
8
Aanwijzingen voor het gebruik van de telefooncentrale
volgens de voorschriften
Bij sterke elektrische velden kan het voorkomen dat de communicatie bij interne
en/of externe telefoonverbindingen minder is. Soort en omvang van de
vermindering is afhankelijk van de eigenschappen van de aangesloten
randapparatuur.
De ISDN-telefooncentrale is voor gebruik op een enkelvoudige ISDN-aansluiting
of een meervoudige ISDN-aansluiting conform het Euro-ISDN-protocol DSS1
ontworpen. Het gebruik op andere aansluitingen kan tot storingen leiden.
De ISDN-telefooncentrale is in overeenstemming met de norm„Veiligheid van
installaties in de informatietechniek“ (EN 60950) ontwikkeld en geproduceerd. Op
de ISDN-telefooncentrale mogen eveneens slechts apparaten aangesloten
worden, die aan deze of een gelijkwaardige richtlijn voldoen.
Installaties moeten deskundig worden uitgevoerd. Installatiewerkzaamheden op
het 230V-net mogen alleen worden uitgevoerd door een elektromonteur. NEN
1010 moet in acht worden genomen.
Bij functiestoringen moet de netadapter uit de contactdoos worden getrokken en
moet het ISDN-aansluitsnoer uit de NT worden getrokken.
De ISDN-telefooncentrale mag niet in de volgende omgeving worden
geïnstalleerd of gebruikt.
in de buitenlucht
in vochtige of natte ruimten (bad, douche, zwembad...)
in een explosieve omgeving
op plaatsen met direct zonlicht
bij omgevingstemperaturen lager dan 0°C of hoger dan 40°C
bij sterke trillingen of vibraties
in een stoffige omgeving
Leg de aansluitkabels zorgvuldig neer, zodat niemand er over kan struikelen. De
aansluitkabels mogen niet buitengewoon strak worden getrokken, geknikt of
mechanisch worden belast.
Bij stroomstoring of uitgetrokken netadapter is de ISDN-telefooncentrale niet
gebruiksklaar. Alle instellingen blijven echter intact en zijn na terugkeer van de
spanning of plaatsen van de netadapter weer beschikbaar. U kunt een
noodstroomvoorziening gebruiken, die bij stroomstoring garandeert dat de
installatie meerdere uren blijft functioneren.