Operation Manual
Telefoonboek
31
Mogelijkheden van de toetsen
wijzigen door het indrukken van de
pijltjestoets (naar boven) (zie ook de
tabel "Overzicht van de mogelijke
karakters").
In het display verschijnen de mogelijk-
heden:
↑(ABC) = Grote letters
↑(abc) = Kleine letters
↑(12!?) = Cijfers en speciale karakters
...
Naam ingeven. De afzonderlijke
letters worden door een- of meerdere
keren indrukken van de des-
betreffende toets weergegeven.
Voorbeeld: u heeft een "W". nodig,
nu dient u de toets Menu drie keer in
te drukken (de "W" bevindt zich op
de derde plaats van deze toets).
De invoegpositie knippert.
Met de pijltjestoets (rechts) naar de
volgende invoegpositie.
De cursor verplaatst zich naar de volgende
positie.
Met de pijltjestoets (links) verplaatst
u de cursor één plaats terug om bijv.
een karakter te overschrijven.
De cursor verplaatst zich naar links.
Met de pijltjestoets (naar beneden),
kunt u een karakter invoegen.
Links naast de cursor wordt een spatie
ingevoegd.
Voor het wissen van een karakter,
dient u de cursor naar het karakter te
verplaatsen en de regeltoets naast
het pictogram Wissen in te drukken.
Het karakters onder de cursor wordt
gewist.
2s
Voor het wissen van de hele invoer,
dient u de regeltoets naast het picto-
gram Wissen gedurende 2 seconden
in te drukken.
De hele invoer wordt gewist.
Regeltoets naast het invoerveld van
het telefoonnummer indrukken.
De cursor verschijnt in het invoerveld voor
het telefoonnummer.