Operation Manual

Telefoonboek
35
met het telefoonnummer in het telefoonboek, hoort de gesprekspartner de voor
hem bestemde meldtekst. Verder bestaat de mogelijkheid om de tele-
foonbeantwoorder voor bepaalde gesprekspartners uit te schakelen.
De gesprekspartner in het telefoonboek zoeken waar u een individuele meldtekst
aan wilt toekennen.
Bij een nieuwe invoer: de toets
tweede functie en vervolgens de
pijltjestoets (naar beneden)
indrukken.
Het display geeft het invoerveld voor de
naam en het telefoonnummer weer.
2s
Bij een beschikbare invoer: invoer opzoeken (zoals onder "Ingevoerde gegevens
opzoeken" beschreven) en de regeltoets naast de invoer gedurende 2 seconden in
te drukken.
Regeltoets naast het pictogram
voor Submenu indrukken.
In het display verschijnt de ingestelde
meldtekst.
Met de pijltjestoetsen (naar boven
of naar beneden) kunt u de
gewenste meldtekst instellen.
In het display verschijnen de cijfers 1 t/m 5,
"geen" of een streepje. Indien u "geen" kiest,
schakelt de telefoonbeantwoorder niet in bij
deze invoer. Met een streepje wordt de
functie uitgeschakeld en is de op pagina 18
ingestelde meldtekst actief.
Voor het beëindigen van de invoer,
dient u de stop-toets meerdere
keren in te drukken.
De invoer wordt opgeslagen. Het display
keert terug in de ruststand.
De gewenste meldtekst kan zoals onder het hoofdstuk "Meldteksten" (pagina
14) beschreven, worden ingesproken.
Individueel belsignaal
Aan iedere invoer van het telefoonboek kunt u één van de 14 individuele bel-
signalen toekennen. Komt het inkomende telefoonnummer overeen met het tele-