Operation Manual

Berichten (SMS)
52
Druk op de regeltoets naast
“Verzenden”.
Het display schakelt over naar Verzenden.
De cursor staat op de eerste positie van
het telefoonnummer van de ontvanger.
Met de pijltjestoetsen (naar
boven/beneden) kunt u het eerste
cijfer van het telefoonnummer
ingeven.
In het display verschijnen de cijfers 1 t/m
9.
Met pijltjestoets (rechts) gaat u naar
de volgende invoegpositie.
De cursor verplaatst zich naar rechts.
Met de pijltjestoets (links), verplaatst
u de cursor een positie naar links.
De cursor verplaatst zich naar links.
Om een telefoonnummer over te
nemen uit het telefoonboek, dient u
de regeltoets naast het pictogram
“Invoegen” in te drukken.
Het telefoonnummer wordt links van de
cursor ingevoegd.
Namen kunt u opzoeken zoals
beschreven onder “Ingevoerde
gegevens opzoeken” (hoofdstuk
“Telefoonboek”, pagina 30).
Voor het tussenvoegen van een
karakter, dient u de toets Tweede
functie en aansluitend de pijltjestoets
(naar beneden) in te drukken.
Links naast de cursor wordt een spatie
ingevoegd.
Voor het wissen van een karakter,
dient u de cursor naar het karakter te
verplaatsen en op de regeltoets
naast het pictogram Wissen te
drukken.
Het karakter onder de cursor wordt gewist.