Operation Manual
Oproepdoorschakeling
71
Bij de invoer van het oproepnummer
met behulp van de pijltjestoetsen
(naar boven/beneden) het eerste
cijfer instellen.
In het display verschijnen de cijfers en
speciale karakters. Deze speciale
karakters betekenen:
~ = Wachten op kiestoon / 3 sec. pauze
i = Intern (voor telefooncentrales)
F = Flash (kort, voor telefooncentrales)
H = Hookflash (lang, voor
telefooncentrales)
Met de pijltjestoets (rechts) gaat u
naar de volgende invoegpositie gaan
en de volgende cijfers ingeven.
De cursor gaat naar de invoegpositie.
Met de pijltjes toets (links) verplaatst
u de cursor één plaats terug, om bijv.
een karakter te overschrijven.
De cursor verplaatst zich naar links.
Om een telefoonnummer over te
nemen uit het telefoonboek, dient u
de regeltoets naast het pictogram
"Invoegen“ in te drukken.
Het telefoonnummer wordt ingevoegd.
Namen, kunt u opzoeken, bewerken
en selecteren zoals beschreven is
onder" Ingevoerde gegevens".
Voor het invoegen van een karakter,
dient u de toets Tweede functie en
vervolgens de pijltjestoets (naar
beneden) in te drukken.
Links naast het karakter wordt de cursor
ingevoegd en kunt u een karakter
invoegen.
Voor het wissen van een karakter,
dient u de cursor naar het karakter te
verplaatsen en de regeltoets naast
het pictogram Wissen in te drukken.
Het karakter onder de cursor wordt gewist.
2s
Voor het wissen van de hele invoer,
dient u de regeltoets naast het picto-
De hele invoer is gewist.