Operation Manual
Tijdsturing
60
Met de pijltjestoetsen (naar boven/
beneden) kunt u uren en minuten
instellen, bij de weekdag kunt u
wisselen tussen de dag aanduiding
en een „-„.
Een “-“ voor een weekdag betekent dat
de schakeltijd op deze dag niet wordt
uitgevoerd.
Met de twee onderste regeltoetsen
kunt u een functie die u wilt
instellen op het boven in het display
ingestelde tijdstip.
Door de regeltoets nogmaals in te
drukken, gaat hij naar de andere
functie op deze regel.
De functie die u wilt instellen begint te
knipperen.
De pictogrammen betekenen:
= Beantwoorder
= Meldtekst
= Nummeroproep
= Oproepdoorschakeling
Met de pijltjestoetsen (naar boven /
beneden) kunt u een functie aan- of
uitzetten. De keuze “_ “ betekent
dat de functie niet wijzigt op het
boven in het display ingestelde
tijdstip.
Om de geprogrammeerde
schakeltijd met de daarbij
behorende acties op te slaan en het
mogelijk te maken een nieuwe
schakeltijd uit te voeren, dient u de
stop-toets in te drukken. Met de
pijltjestoets (naar boven/beneden)
kunt u vervolgens naar een andere
schakeltijd.
De instellingen worden opgeslagen
Om een schakeltijd te wissen, dient
u de regeltoets naast het pictogram
Wissen in te drukken.
Het display geeft hierna een leeg
invoerveld weer.
2s
Om alle schakeltijden te wissen,
dient u de regeltoets naast het
pictogram Wissen gedurende 2
seconden in te drukken.
Alle schakeltijden worden gewist.
Om de geprogrammeerde schakel-
tijd met de daar bij behorende
acties op te slaan en het mogelijk te
maken een nieuwe schakeltijd uit te
voeren, dient u de stop-toets in te
drukken.
De instellingen worden opgeslagen.