Owner's Manual

99 – NEDERLANDS
3. INGANG EXTERNE AM-ANTENNE: Sluit hier de meegeleverde AM-antenne op aan. Vouw de
antenne uit (zie afbeelding 13) en experimenteer met de plaatsing tot de ontvangst optimaal is.
Zonder deze antenne is AM-ontvangst niet mogelijk. Zie ‘Ontvangst/RDS’ voor meer informatie.
4.
AUX IN: Gebruik deze stereoingang (3.5 mm mini-jack) om externe klankbronnen zoals een tele-
visie of een mp3-speler aan te sluiten. Zet de SOURCE-schakelaar op AUX. Hiermee wordt het
aangesloten apparaat niet automatisch ingeschakeld. Mogelijk moet het volumeniveau anders
ingesteld worden dan bij weergave van een cd of een radiostation.
5. MIX IN: Audiosignalen van een apparaat dat op deze stereoingang (3.5 mm mini-jack) wordt
aangesloten, worden weergegeven terwijl u naar een radiostation, een cd of een op de AUX-
ingang aangesloten toestel luistert. Het volumeniveau van een op de MIX-ingang aangesloten
toestel moet op dat toestel worden ingesteld.
6. REC OUT: Via deze stereouitgang (3.5 mm mini-jack) kunnen radiouitzendingen, cd’s of andere
op het Music System aangesloten klankbronnen worden opgenomen. De ingebouwde luidsprek-
ers worden daarbij niet uitgeschakeld.
7.
BASS LEVEL: Met deze knop is de laagweergave te versterken (met de klok mee) of te verzwak-
ken (tegen de klok in). De ingebouwde subwoofer is bedoeld om deze lage frequenties subtiel te
versterken, en niet om de overige frequenties te overheersen. Wij adviseren u om deze knop in
de met een klikje aangegeven neutrale middenstand te laten staan. Zodra de basweergave lijkt
te vervormen, dient u het BASS LEVEL of het ingestelde volumeniveau te verlagen.
8. POWER INPUT: Sluit het het meegeleverde netsnoer aan, en steek de stekker in een wand-
contactdoos. Als het netsnoer aan een van beide zijden wordt losgehaald, sluit het dan pas na
een minuut weer aan. Dit geldt ook als de netvoeding op een andere manier tijdelijk onderbro-
ken wordt. Een in het toestel geplaatste cd zal uitgeworpen worden zodra het netsnoer weer
aangesloten is.
9. BATTERY COMPARTMENT (BATTERIJVAK): Zorg dat de meegeleverde AA-batterijen correct
geplaatst worden om klok- en wekkerinstellingen ook bij stroomstoring te bewaren. Controleer de
batterijen eens per jaar. Het display toont de tekst ‘No Batteries’ als er geen batterijen geplaatst
zijn of als de geplaatste batterijen leegraken. Lever lege batterijen in bij een inzamelpunt. Als
het Music System van deze batterijback-up gebruik maakt, wordt het stroomverbruik tot een
miminum gereduceerd door het display uit te schakelen en LEDs niet op te laten lichten. Om
diezelfde reden zal de wekker een wektoon geven en niet het eventueel ingestelde radiostation
of een cd weergeven.
Fig 13