TomTom Rider Gebruikershandleiding 16.
Inhoud Welkom bij navigatie met TomTom 7 Wat is er nieuw 8 Nieuw in deze release ............................................................................................ 8 TomTom-video's .................................................................................................... 8 Je Rider gebruiken 10 Montage op een motor .......................................................................................... 10 De antidiefstaloplossing gebruiken .......................................
Inhoud van het scherm 36 De kaartweergave ............................................................................................... 36 De reisbegeleidingsweergave .................................................................................. 38 De routebalk ...................................................................................................... 40 Afstanden en de routebalk ................................................................................. 41 Het snelmenu ............
Een route naar een POI plannen met de zoekfunctie ..................................................... 75 Een route naar een POI plannen met de onlinezoekfunctie .............................................. 77 Een route plannen met behulp van de kaart ................................................................ 79 Een route plannen met behulp van Mijn plaatsen ......................................................... 80 Een route plannen met coördinaten ...............................................
Een kaartaanpassingsrapport maken van een gemarkeerde locatie ................................... 112 Typen kaartaanpassingen...................................................................................... 113 Flitsers 115 Informatie over flitsers ........................................................................................ 115 Naar een ander gebied of land rijden ....................................................................... 115 Waarschuwingen voor flitsers ....................
Addendum 136 Kennisgevingen over copyright 142 6
Welkom bij navigatie met TomTom In deze gebruikershandleiding vind je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom Rider. We raden je aan het hoofdstuk Je Rider gebruiken te lezen als je snel de basisbeginselen wilt doornemen. Hierin worden de installatie, het plannen van een spannende rit en alle belangrijke functies van je navigatiesysteem beschreven. In het gedeelte Starten komen het inschakelen, instellen en opladen aan de orde. Vervolgens wil je waarschijnlijk verbinding maken met TomTom Services.
Wat is er nieuw Nieuw in deze release Versie 16.1 Rider 40, Rider 400, Rider 410 Handsfree bellen en gebeld worden Je kunt nu niet alleen gebeld worden door maar ook bellen naar contactpersonen in de contactpersonenlijst van je smartphone en recente contactpersonen op je TomTom Rider. Wanneer je je telefoon via Bluetooth verbindt met je Rider, worden je contactpersonen op je Rider weergegeven.
MyDrive gebruiken Engels (Verenigd Koninkrijk): www.youtube.com/watch?v=PIs5tGFhQIA Frans (Frankrijk): www.youtube.com/watch?v=lYpPDxxXSwk Spaans (Spanje): www.youtube.com/watch?v=HkZqdD5MkHI Duits: www.youtube.com/watch?v=Skg6PWMbRxI Italiaans: www.youtube.com/watch?v=AybGRzpgu1s ALLEEN VS - Traffic activeren op een Smartphone Connected-navigatiesysteem us.support.tomtom.com/app/content/name/Connect/page/3 Nieuwe producten TomTom Bandit (Engels): www.youtube.
Je Rider gebruiken Montage op een motor 1. Bevestig de RAM™-montagekit op je motor. 2. Bevestig de houder in de montagekit en sluit de bedrading aan op de bedrading van je motor. Belangrijk: de rode POS(+) draad moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op een punt tussen het contactslot en de 12V-accuvoeding van de motor. De zwarte NEG(-) draad moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op een punt tussen het contactslot en de massa-aansluiting (GND) van de accuvoeding van de motor.
Gebruik altijd het juiste gereedschap. Als je ondeugdelijk gereedschap gebruikt, kan de montagekit beschadigd raken of defect gaan. Draai de moeren en schroeven niet te strak aan. Als je de moeren of schroeven te strak aandraait, kun je onderdelen van de montagekit breken of het stuur van je motor beschadigen. Als je de U-bout gebruikt, moet je niet vergeten de meegeleverde rubberen doppen op de blootliggende draden te plaatsen.
De antidiefstaloplossing gebruiken Als je systeem is geleverd met een antidiefstaloplossing, bestaat deze uit twee onderdelen: Een RAM-slot voor de houder. Dit slot voorkomt dat de RAM-arm kan worden losgeschroefd van de motor. Een slot voor de TomTom Rider zelf. Dit slot voorkomt dat de TomTom Rider uit de dock kan worden losgekoppeld.
2. Vergrendel je TomTom Rider zodat deze niet kan worden verwijderd uit de houder. Draai de vleugelmoer van de RAM-arm en breng het RAM-slot aan. In de auto installeren Als de verpakking een autohouder bevat, gebruik je de meegeleverde houder om je TomTom Rider in je voertuig te installeren. Lees de instructies voor het positioneren van je navigatiesysteem voordat je je Rider bevestigt. Als de verpakking een autohouder bevat, installeer je je Rider als volgt: 1.
4. 5. 6. 7. Zorg ervoor dat zowel de zuignap op de houder als de voorruit schoon en droog zijn. Duw de zuignap van de houder stevig vast tegen de voorruit. Draai de greep bij de basis van de houder naar rechts totdat je voelt dat deze vergrendeld is. Plaats je Rider in de houder en zorg er daarbij voor dat deze vastklikt. Tip: met de snelle dubbele oplader kun je je TomTom Rider en smartphone tegelijkertijd opladen.
Handsfree bellen Gebruik handsfree bellen om inkomende oproepen aan te nemen met je systeem. Selecteer Handsfree bellen en vervolgens Zoek naar telefoon en volg de instructies. Zie ook: Handsfree oproepen aannemen. Netwerk Verbind je systeem met TomTom Services via een Bluetooth-verbinding op je smartphone. Selecteer Netwerk, selecteer vervolgens een telefoon of zoek naar een telefoon en volg de instructies. Zie ook: Verbinding maken met TomTom Services.
2. Schakel de headset in en zorg ervoor dat deze vindbaar is volgens de instructies die je bij de headset hebt ontvangen. 3. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu. 4. Selecteer Bluetooth-verbindingen. 5. Selecteer Headset en daarna Zoek naar headset. Volg de instructies om de verbinding te maken. 6. Maak je headset vast aan je helm. Zorg ervoor dat je de microfoon goed plaatst. Voor het beste resultaat plaats je de microfoon niet recht voor je mond, maar net iets ernaast.
2. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu. 3. Selecteer Bluetooth-verbindingen. 4. Selecteer Handsfree bellen. 5. Als je nog niet verbinding hebt gemaakt met een headset, selecteer je Zoek naar headset en volg je de instructies om de verbinding tot stand te brengen. 6. Selecteer Zoek naar telefoon en volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen. Zodra er een verbinding is met je telefoon, importeert je Rider je belgeschiedenis en de contactpersonen op je telefoon.
Handsfree bellen naar een recente contactpersoon 1. Selecteer Telefoon in het hoofdmenu. Je lijst met recente contactpersonen wordt weergegeven op je Rider. 2. Selecteer een contactpersoon in deze lijst. De contactpersoon en het telefoonnummer worden op je Rider weergegeven. 3. Druk op de telefoonknop om je contactpersoon te bellen. 4. Druk op de rode knop om het gesprek te beëindigen. Handsfree bellen naar een contactpersoon 1. Selecteer Telefoon in het hoofdmenu.
Plan een spannende route Mijn routes Voeg Thuis toe Rijd naar huis Voeg Werk toe Rijd naar werk Huidige route/Huidige track Telefoon Selecteer deze knop om een spannende route te plannen rondrit of naar een bestemming. voor een Selecteer deze knop om je opgeslagen routes, geregistreerde routes en geïmporteerde routes weer te geven. Selecteer deze knop om naar je thuislocatie te navigeren. Als deze knop niet in je hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je thuislocatie in te stellen.
Start registratie Selecteer deze knop om de registratie van een track te starten of stoppen. Mijn plaatsen Selecteer deze knop om je opgeslagen plaatsen te tonen. Parkeren Selecteer deze knop om parkeervoorzieningen te zoeken. Benzinestation Connected Services Ritstatistieken Selecteer deze knop om benzinestations te zoeken. Selecteer deze knop om de status van de internetverbinding te bekijken.
Het handschoenvriendelijke toetsenbord gebruiken Ga als volgt te werk, met de toets 'pqrs' als voorbeeld: 1. Tik een keer op de toets 'pqrs' om de eerste letter ('p') te selecteren. Tip: als je nog een letter op dezelfde toets wilt selecteren, bijvoorbeeld 'p' gevolgd door 'r', wacht dan een halve seconde voordat je de tweede letter selecteert. 2. Tik twee keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de tweede letter (bijvoorbeeld 'q') te selecteren. 3.
Beschikbare toetsen De onderstaande toetsen zijn beschikbaar als je je TomTom Traffic gebruikt in staande en liggende weergave. Een spannende route plannen Met de knop Plan een spannende route kun je direct interessante ritten plannen. Dit is vooral handig als je een dag wat vrije uren hebt en je gewoon op een gemakkelijke manier een spannende rit wilt samenstellen.
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen. 2. Selecteer Plan een spannende route. De kaartweergave wordt geopend. 3. Verplaats de kaart en zoom in totdat je de plaats ziet waar je doorheen wilt rijden. 4. Maak een tussenstop door snel op de kaart te tikken. Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstop die je hebt gekozen. Tip: de richting van de rondrit is willekeurig.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor hoogteverschillen te kiezen. Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstops en met de kronkeligheid en heuvelachtigheid die je hebt gekozen. 7. Als je je spannende route hebt gepland, selecteer je Rijd. Je route wordt weergegeven in de kaartweergave en de routebegeleiding wordt gestart. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
Je Rider plant een spannende route naar je gekozen bestemming. 5. Als je meer tussenstops aan je route wilt toevoegen, verplaats je de kaart en selecteer je de gewenste tussenstops. Je Rider plant een spannende route naar je bestemming via de tussenstops die je hebt gekozen. Tip: selecteer de pop-upmenuknop om de volgorde van je tussenstops te wijzigen. 6. Bepaal hoe kronkelig en heuvelachtig de spannende route moet zijn. Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor bochten te kiezen.
Statistieken voor je huidige rit Je kunt de statistieken weergeven voor je huidige rit door het tabblad Sinds --/--/-- te selecteren. Als je een nieuwe rit wilt starten, selecteer je de knop Wis rit, net zoals je de kilometerteller in een auto weer op nul instelt. Als je je motor tot stilstand hebt gebracht en daarna niet op de knop Wis rit drukt, lopen de statistieken gewoon door en wordt de kilometerstand hoger als je weer gaat rijden.
Je ziet dan het onderstaande scherm met grote knoppen en volumeregeling: Tip: als je handschoenen draagt, gebruik dan de plus- (+) en minknop (-) onder de volumeregelaar om het volume aan te passen, in plaats van de volumeregelaar naar links of rechts te schuiven. Tyre Pro installeren Je kunt Tyre Pro® gebruiken om op je computer routes te zoeken, samen te stellen en te bewerken voordat je ze uploadt naar je TomTom Rider. Je krijgt als volgt gratis toegang tot Tyre Pro®: 1. Ga naar tomtom.
Instellingen Bluetooth-verbindingen Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Bluetooth-verbindingen. Je Rider kan de volgende Bluetooth-verbindingen gebruiken: Headset - verbind een Bluetooth-headset om gesproken instructies en waarschuwingsgeluiden te horen, en om handsfree te bellen. Handsfree bellen - verbind een Bluetooth-headset en je smartphone zodat je handsfree kunt bellen met je telefoon.
Starten Het navigatiesysteem positioneren Ga voorzichtig te werk bij het installeren van je Rider. De Rider mag het volgende niet blokkeren of belemmeren: Je zicht op de weg. De bedieningselementen in je voertuig. Je achteruitkijkspiegels. De airbags. Je moet je Rider gemakkelijk kunnen aanraken zonder je ver uit te rekken of voorover te leunen.
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module gebruik deze dan niet in de nabijheid van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen. Installatie Opmerking: de taal die je kiest, wordt gebruikt voor alle tekst op het scherm. Je kunt de taal later altijd wijzigen in Taal en eenheden van het menu Instellingen.
Voordat je de sleuf voor geheugenkaarten gebruikt, controleer je of je de nieuwste versie van de applicatie hebt geïnstalleerd op je navigatiesysteem door op een computer verbinding te maken met MyDrive. Als je Rider up-to-date is, kun je een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte om extra kaarten, tracks of routes toe te voegen aan je navigatiesysteem. Je kunt kaarten aanschaffen via tomtom.com.
Verbinding maken met TomTom Services Informatie over TomTom Services TomTom Services geeft je realtime informatie over verkeer en flitsers op je route. Voor Smartphone Connected-navigatiesystemen wordt je huidige mobiele-data-abonnement gebruikt voor services zoals TomTom Traffic en TomTom Flitsers door via Bluetooth® verbinding met je smartphone te maken. Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie. Voor TomTom Services op je Rider heb je de volgende items nodig: Een Rider.
De PAN-functie maakt waarschijnlijk al deel uit van het besturingssysteem van je telefoon. Als dat niet het geval is, kun je een app downloaden om een PAN te maken. Let op: bepaalde mobiele serviceproviders staan hun gebruikers niet toe om een PAN te gebruiken. Als je telefoon geen PAN-functie heeft, neem je contact op met je serviceprovider voor meer informatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij je telefoon als je de instellingen niet kunt vinden. Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
Er is geen verbinding met Bluetooth. Er wordt verbinding gemaakt met Bluetooth. Er wordt geprobeerd automatisch verbinding te maken met je telefoon. Er is verbinding met Bluetooth. Je navigatiesysteem heeft verbinding met je telefoon. Als je verbinding wilt maken met een andere telefoon, moet je PAN (Personal Area Network) en Bluetooth inschakelen op die telefoon. Laat je navigatiesysteem vervolgens zoeken naar de telefoon. Verbinding met TomTom Services maken via een andere smartphone 1.
Of je telefoon wordt weergegeven op je Rider. Of Bluetooth is ingeschakeld op je telefoon. Of het PAN (Personal Area Network) van je telefoon is ingeschakeld. (Het PAN wordt ook wel persoonlijke hotspot, Tethering of Bluetooth-tethering genoemd.) Of het gegevensabonnement bij je serviceprovider actief is en of je toegang tot internet hebt op je telefoon.
Inhoud van het scherm De kaartweergave De kaartweergave wordt getoond wanneer je geen route hebt gepland. Je werkelijke locatie wordt getoond zodra je Rider je GPS-locatie heeft gevonden. Je kunt de kaartweergave op dezelfde manier gebruiken als een traditionele papieren kaart. Je kunt de kaart verplaatsen met behulp van aanrakingen en je kunt in- of uitzoomen met de zoomknoppen. Belangrijk: alles op de kaart is interactief, met inbegrip van de route en de kaartsymbolen.
Als je een route hebt gepland, wordt de volledige route op de kaart weergegeven. Je kunt direct vanaf de kaart tussenstops toevoegen aan je route. Wanneer je begint met rijden, wordt de reisbegeleidingsweergave weergegeven. 1. De knop voor het vorige scherm. Met deze knop keer je terug naar een overzicht van de hele route. Als er geen route is gepland, wordt je huidige locatie in het midden weergegeven. 2. Weergaveknop.
Je thuislocatie. Je kunt je thuislocatie instellen bij Mijn plaatsen. Je werklocatie. Je kunt je werklocatie instellen bij Mijn plaatsen. Een tussenstop op je route. Een locatie die is opgeslagen in Mijn plaatsen. Wanneer een zoekopdracht naar POI's dicht bij een bestemming gereed is en de resultaten op de kaart worden getoond, worden minder belangrijke POI's weergegeven als zwarte punaises met witte kruisjes.
Als je Rider weer wordt gestart nadat het in de slaapstand heeft gestaan en je een route hebt gepland, wordt de reisbegeleidingsweergave getoond, inclusief je huidige locatie. 1. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de reisbegeleidingsweergave actief is, draait de kleine pijl om je reisrichting ten aanzien van het noorden aan te geven, met het noorden boven. 2. Zoomknoppen.
De naam van de straat waar je rijdt. 7. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan. Selecteer het symbool of het snelheidskader om het snelmenu te openen. Let op: als je Rider je locatie niet kan vinden, wordt het symbool grijs weergegeven. 8. Routebalk. De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland. Belangrijk: als je een grotere routebalk wilt zien met meer informatie over de route, wijzig je de instelling voor Route-informatie.
meer informatie weer te geven over een vertraging, een incident of een flitser. Als er een symbool boven op een ander symbool wordt weergegeven en je de symbolen selecteert, wordt er ingezoomd op de routebalk om elk symbool apart weer te geven. Vervolgens kun je een van de symbolen selecteren. De totale vertraging als gevolg van files, het weer en andere incidenten op de route, inclusief informatie van IQ Routes, wordt boven de symbolen weergegeven.
Kleinere navigatieknoppen in het hoofdmenu Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen. Behalve de navigatieknoppen zijn in het hoofdmenuscherm de volgende knoppen en symbolen beschikbaar: Selecteer deze knop om het menu Instellingen te openen. Selecteer deze knop om het menu Help te openen.
Deze knop geeft aan dat je gesproken instructies zult horen. Selecteer de knop om de gesproken instructies uit te schakelen. Je hoort nu geen gesproken route-instructies meer, maar nog wel informatie zoals verkeersinfo en waarschuwingsgeluiden. Tip: je kunt selecteren welk type instructies je wilt horen. Selecteer Stemmen in het menu Instellingen en selecteer de instructies die je wilt horen. Deze knop geeft aan dat je geen gesproken instructies zult horen.
Dubbel tikken Slepen Snel bewegen Raak tweemaal snel achter elkaar het scherm aan met één vinger. Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je wilt inzoomen op de kaart. Plaats één vinger op het scherm en beweeg deze over het scherm. Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je over de kaart wilt scrollen. Maak met het topje van één vinger een snelle beweging over het scherm. Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een flinke afstand wilt overbruggen op de kaart.
Tip: je kunt ook helemaal rechts van het hoofdmenu op de knop Wijzig drukken. De menuknop wordt weergegeven met pijlen naar links en naar rechts. 3. Druk op de pijl naar links of rechts in het hoofdmenu om de knop naar een andere positie in het menu te verplaatsen. 4. Selecteer en verplaats andere knoppen om ze in de gewenste volgorde te zetten. 5. Selecteer OK.
Verkeersinformatie Info over TomTom Traffic TomTom Traffic is een TomTom-service met realtime verkeersinformatie. In combinatie met IQ Routes helpt TomTom Traffic je bij het plannen van een optimale route naar je bestemming, waarbij rekening wordt gehouden met de huidige lokale verkeersomstandigheden en het weer. Je TomTom Rider ontvangt regelmatig informatie over de veranderende verkeerssituatie.
In het kader met aankomstinformatie wordt de volgende informatie getoond: De geschatte aankomsttijd op je bestemming. Hoelang het duurt om vanaf de huidige locatie naar de bestemming te rijden. Vlak bij de bestemmingsmarkering wordt een knop van een parkeergelegenheid getoond wanneer er in de buurt van je bestemming parkeergelegenheid is.
De verkeerssituatie bekijken op de kaart Verkeersincidenten worden op de kaart getoond. Als meerdere verkeersincidenten elkaar overlappen, wordt het incident met de hoogste prioriteit getoond. Zo heeft een wegafsluiting een hogere prioriteit dan wegwerkzaamheden of een afgesloten rijstrook. Tip: selecteer een incident op de kaart voor meer gedetailleerde informatie. 1. Verkeersincident dat van invloed is op je route in jouw rijrichting.
Tip: om de leesbaarheid van de routebalk te verbeteren, worden sommige incidenten mogelijk niet weergegeven. Dit zijn altijd minder belangrijke incidenten die slechts weinig vertraging veroorzaken. Selecteer een incident op de routebalk als je meer informatie wilt over dit incident. De kaart wordt geopend terwijl er is ingezoomd op het incident. Er wordt ook een informatiekader geopend met gedetailleerde informatie over het verkeersincident.
Wegafsluiting Weersymbolen: Wind Regen Mist Sneeuw IJsvorming Waarschuwing wanneer je een file nadert Er wordt een waarschuwing gegeven wanneer je een file nadert. Je wordt op verschillende manieren gewaarschuwd: Er wordt een waarschuwingssymbool weergegeven op de routebalk. De routebalk zoomt in op het begin van de file. De afstand tot het einde van de file wordt op de routebalk getoond. De kleur van de weg op de routebalk wordt oranje of rood, afhankelijk van de ernst van de file.
De file wordt weergegeven op de kaart. 2. Selecteer de knop voor het pop-upmenu. 3. Selecteer Vermijd in het pop-upmenu. Er wordt een nieuwe route gezocht die de file vermijdt. Een file vermijden met de kaart 1. Zoom in op de kaartweergave en selecteer de file op je route. De file met een informatiekader wordt op de kaart weergeven. 2. Selecteer de knop voor het pop-upmenu. 3. Selecteer Vermijd. Er wordt een nieuwe route gezocht die de file vermijdt.
Tijdgebonden maximumsnelheden Sommige maximumsnelheden veranderen afhankelijk van het tijdstip op de dag. De maximumsnelheid bij scholen is bijvoorbeeld 40 km/u in de ochtend tussen 08:00 en 09:00 uur en in de middag tussen 15:00 en 16:00 uur. Indien mogelijk, verandert de weergegeven maximumsnelheid in het snelheidskader zodat de variabele maximumsnelheden worden weergegeven. Sommige maximumsnelheden veranderen afhankelijk van de rijomstandigheden.
Synchroniseren met TomTom MyDrive Over TomTom MyDrive TomTom MyDrive is de eenvoudige manier om een bestemming in te stellen, locaties en favorieten te delen en om je persoonlijke navigatiegegevens op te slaan. MyDrive synchroniseert je TomTom Rider met je TomTom-account. Je kunt MyDrive in een webbrowser op een computer of als een mobiele app op een smartphone of tablet gebruiken. Belangrijk: om TomTom MyDrive te gebruiken, heb je een geschikt navigatiesysteem nodig.
Een bestemming instellen met MyDrive Als je via een webbrowser of de MyDrive-app bent aangemeld bij MyDrive, kun je je bestemming op de kaart selecteren en deze naar je navigatiesysteem sturen. Als je navigatiesysteem is aangemeld bij je TomTom-account, synchroniseert je systeem met MyDrive en ontvangt het de bestemming. 1. Meld je in een webbrowser of in de MyDrive-app aan bij je TomTom-account. 2. Selecteer een bestemming op de kaart.
De volgorde van de tussenstops op een route wijzigen 1. Beweeg met je muis over een tussenstop of de bestemming onder Plan een route in het Hoofdmenu van MyDrive. 2. Beweeg je cursor naar links totdat deze in een handje verandert. 3. Klik en sleep elke stop of de bestemming in de volgorde waarin je ze wilt rijden. Telkens als je een tussenstop of bestemming verplaatst, wordt je route met de gewijzigde volgorde opnieuw berekend. De laatste tussenstop op de lijst wordt je bestemming.
Tip: alle MyDrive-bestemmingen worden opgeslagen in Recente bestemmingen in het hoofdmenu en in Mijn plaatsen. Locaties zoeken en synchroniseren met MyDrive Als je bent aangemeld bij TomTom MyDrive, kun je locaties zoeken in MyDrive en ze synchroniseren met de locaties in Mijn plaatsen op je Rider. 1. Meld je in een webbrowser of in de MyDrive-app aan bij je TomTom-account. 2. Selecteer een bestemming op de kaart.
6. Selecteer je nieuwe POI-lijst. Je nieuwe POI-lijst wordt geopend en alle POI's in de lijst worden getoond. Selecteer de kaartweergave om de POI's op de kaart te zien. Een POI-lijst van de community verwijderen Je kunt een geüploade POI-lijst alleen van je Rider verwijderen met MyDrive in een webbrowser. Je kunt als volgt een POI-lijst verwijderen: 1. 2. 3. 4. Meld je in een webbrowser aan bij je TomTom-account. Selecteer POI-bestanden in het menu Mijn plaatsen.
Een GPX-trackbestand verwijderen Je kunt alleen een geüpload GPX-trackbestand verwijderen als je Rider via MyDrive Connect is verbonden met je computer. Je kunt als volgt een POI-lijst verwijderen: 1. Verbind je Rider met je computer met behulp van MyDrive Connect. 2. Selecteer Mijn routes in MyDrive. 3. Selecteer het trackbestand dat je wilt verwijderen en selecteer vervolgens Verwijder. De track wordt verwijderd uit je Mijn routes-lijst.
Snel zoeken gebruiken Informatie over de zoekfunctie Je gebruikt de zoekfunctie om allerlei plaatsen te vinden en vervolgens navigeer je naar deze plaatsen toe. Je kunt naar het volgende zoeken: Een specifiek adres, bijvoorbeeld Keizersgracht 123, Amsterdam. Een gedeeltelijk adres, bijvoorbeeld Keizersgr Amst. Een type plaats, bijvoorbeeld benzinestation of restaurant. Een plaats op naam, bijvoorbeeld Hema. Een postcode, bijvoorbeeld 1016 EG voor Keizersgracht, Amsterdam.
Tip: als je een lettertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, krijg je toegang tot extra tekens als deze beschikbaar zijn. Houd bijvoorbeeld de letter "e" ingedrukt om de volgende tekens weer te geven: 3 e è é ê ë en meer. Je kunt naar een type POI (Point of Interest) zoeken, zoals een restaurant of toeristische attractie. Je kunt ook naar een specifieke POI zoeken, bijvoorbeeld "Rosie's Pizzeria". Opmerking: er wordt gezocht op de hele kaart.
6. Voor meer informatie over de POI selecteer je de POI op de kaart en vervolgens de pop-upmenuknop. Selecteer Meer informatie in het pop-upmenu. Je ziet meer informatie over de POI, zoals het telefoonnummer, het volledige adres en het e-mailadres. 7. Om een route naar deze bestemming te plannen, selecteer je Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
3. Typ de naam van de POI die je wilt zoeken en druk vervolgens op de knop Zoeken op het toetsenbord. Tip: als je een lettertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, krijg je toegang tot extra tekens als deze beschikbaar zijn. Houd bijvoorbeeld de letter "e" ingedrukt om de volgende tekens weer te geven: 3 e è é ê ë en meer. Je kunt naar een type POI (Point of Interest) zoeken, zoals een restaurant of toeristische attractie. Je kunt ook naar een specifieke POI zoeken, bijvoorbeeld "Rosie's Pizzeria".
6. Om een route naar deze bestemming te plannen, selecteer je Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Tip: als je bestemming in een andere tijdzone ligt, zie je een plusteken (+) of een minteken (-) en het tijdsverschil in hele en halve uren in het kader met aankomstinformatie. De verwachte aankomsttijd is de lokale tijd op je bestemming.
Je kunt op de gehele huidige kaart zoeken, in een specifiek gebied zoals een plaats, of in de buurt van je bestemming. Selecteer deze knop als je het type zoekopdracht wilt wijzigen in een van de volgende opties: Hele kaart Selecteer deze optie als je wilt zoeken op de volledige huidige kaart, zonder dat de zoekradius wordt beperkt. Je huidige locatie vormt het middelpunt van de zoekopdracht. De resultaten worden gerangschikt op exacte overeenkomst.
Werken met zoekresultaten De zoekresultaten worden weergegeven in twee kolommen. Adres- en plaatsresultaten worden weergegeven in de linkerkolom en POI's, typen POI's en plaatsen worden weergegeven in de rechterkolom. Recente bestemmingen en opgeslagen plaatsen worden ook weergegeven in je zoekresultaten. Tip: verberg het toetsenbord of scrol omlaag door de resultatenlijst om meer resultaten te zien.
Als je het resultaat toont op de kaart, kun je het pop-upmenu gebruiken om de locatie toe te voegen aan Mijn plaatsen. Als er al een route is gepland, kun je de locatie toevoegen aan je huidige route. Opmerking: de beste zoekresultaten worden op de kaart getoond. Wanneer je inzoomt, worden geleidelijk aan ook de lager gerangschikte zoekresultaten getoond.
Informatie over mapcodes In landen met straten en huizen zonder naam of adres kun je in plaats van een naam of adres een mapcode gebruiken. Een mapcode vertegenwoordigt een locatie. Elke locatie op aarde, inclusief locaties op kleine eilanden en boorplatforms, kan worden aangeduid door een mapcode. Mapcodes zijn kort en gemakkelijk te herkennen, te onthouden en door te geven. Ze geven een locatie op een paar meter nauwkeurig aan, wat voldoende is voor dagelijks gebruik. Ga naar mapcode.
Politiebureau Dierenarts Dokter Brandweerkazerne Parkeerplaats Benzinestation Parkeergarage Autowasserette Autodealer Centrum voor voertuigkeuringen Autoverhuur Oplaadpunt(en) voor elektrische auto's Autoverhuur (parkeren) Garagebedrijf Autoservices Overige services Ambassade Huisdierenservice Overheidskantoor Telecommunicatie Bedrijf Wijkcentrum Postkantoor Apotheek Winkelcentrum Schoonheidssalon Toeristeninformatie Winkel Onderwijs 68
Hogeschool of universiteit School Bibliotheek Congrescentrum Casino Wijnmakerij Theater Toeristische attractie Bioscoop Dierentuin Concertgebouw Pretpark Museum Tentoonstellingscentrum Opera Cultureel centrum Uitgaansgelegenheid Recreatiecentrum Vrije tijd Kinderboerderij Sport Sportterrein Zwembad Bergtop Watersport Strand Tennisbaan 69
Park of recreatiegebied IJsbaan Jachthaven Sportcentrum Stadion Golfbaan Kerk Gebedsplek Station Bergpas Vliegveld Uitzichtpunt Veerboothaven Postcode Religie Reizen Opmerking: wordt niet in alle landen gebruikt.
Een route plannen Voorgestelde bestemmingen gebruiken Wat zijn voorgestelde bestemmingen? Je TomTom Rider kan leren van je dagelijkse rijgedrag naar je favoriete opgeslagen plaatsen en kan ook bestemmingen voorstellen als je je systeem aanzet vanuit de slaapstand, zoals 's ochtends bijvoorbeeld naar Werk rijden. Voorgestelde bestemmingen voorbereiden Je systeem heeft eerst wat tijd nodig om je gewoonten te leren kennen voordat het bestemmingen kan voorstellen.
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen. 2. Selecteer Zoek. Het zoekscherm wordt geopend en er wordt een toetsenbord weergegeven. 3. Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren van de locatie waarnaar je een route wilt plannen. Tip: als je een lettertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, krijg je toegang tot extra tekens als deze beschikbaar zijn. Houd bijvoorbeeld de letter "e" ingedrukt om de volgende tekens weer te geven: 3 e è é ê ë en meer.
5. Selecteer een voorgesteld adres. 6. Voer een huisnummer in als je een nummer hebt en het nog niet hebt ingevoerd. Tip: als je een huisnummer invoert dat niet wordt gevonden, wordt het nummer rood weergegeven. Het dichtstbijzijnde gevonden huisnummer wordt weergegeven in de knop Rijd. Je kunt een nieuw huisnummer invoeren of je kunt Rijd selecteren om naar het dichtstbijzijnde huisnummer te gaan 7. Selecteer Rijd op je navigatiesysteem.
2. Selecteer Zoek. Het zoekscherm wordt geopend en er wordt een toetsenbord weergegeven. 3. Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren van de locatie waarnaar je een route wilt plannen. Je kunt zoeken op plaats, stad of postcode. Tip: om naar een bepaalde plaats te zoeken, kun je de postcode of het land van de plaats gebruiken. Als je bijvoorbeeld op Essen zoekt, krijg je veel resultaten. Als je op Essen 2910 of Essen België zoekt, dan staat die plaats boven aan de zoekresultaten.
De plaatsnaam wordt rechts van het zoekvak weergegeven en de POI in het stadscentrum wordt onder in de kolom rechts weergegeven. 6. Selecteer de POI in het stadscentrum. De locatie in het stadscentrum wordt weergegeven op de kaart. 7. Selecteer Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
2. Selecteer Zoek. Het zoekscherm wordt geopend en er wordt een toetsenbord weergegeven. 3. Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren van de locatie waarnaar je een route wilt plannen. Tip: als je een lettertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, krijg je toegang tot extra tekens als deze beschikbaar zijn. Houd bijvoorbeeld de letter "e" ingedrukt om de volgende tekens weer te geven: 3 e è é ê ë en meer.
Tip: je kunt de resultaten op de kaart of in een lijst weergeven door de knop voor de lijst/kaart te selecteren: 5. Selecteer een type POI of een afzonderlijke POI. Als je een type POI hebt geselecteerd, selecteer je een POI. De locatie wordt weergegeven op de kaart. 6. Voor meer informatie over de POI selecteer je de POI op de kaart en vervolgens de pop-upmenuknop. Selecteer Meer informatie in het pop-upmenu.
De zoekresultaten worden in twee kolommen weergegeven. 2. Selecteer Zoek online in Places. 3. Typ de naam van de POI die je wilt zoeken en druk vervolgens op de knop Zoeken op het toetsenbord. Tip: als je een lettertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, krijg je toegang tot extra tekens als deze beschikbaar zijn. Houd bijvoorbeeld de letter "e" ingedrukt om de volgende tekens weer te geven: 3 e è é ê ë en meer.
5. Voor meer informatie over de POI selecteer je de POI op de kaart en vervolgens de pop-upmenuknop. Selecteer Meer informatie in het pop-upmenu. Je ziet meer informatie over de POI, zoals het telefoonnummer, het volledige adres en het e-mailadres. 6. Om een route naar deze bestemming te plannen, selecteer je Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
In een pop-upmenu wordt het dichtstbijzijnde adres getoond. 3. Om een route naar deze bestemming te plannen, selecteer je Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Tip: je kunt de locatie die je hebt geselecteerd, ook op andere manieren gebruiken. Zo kun je deze toevoegen aan Mijn plaatsen door de knop voor het pop-upmenu te selecteren.
Er wordt een lijst met al je plaatsen geopend. 3. Selecteer de plaats waar je naartoe wilt navigeren, bijvoorbeeld Thuis. De door jou gekozen plaats wordt met een pop-upmenu op de kaart getoond. 4. Om een route naar deze bestemming te plannen, selecteer je Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
2. Selecteer Zoek. Het zoekscherm wordt geopend en er wordt een toetsenbord weergegeven. 3. Selecteer het juiste type zoekknop rechts van het zoekvak. 4. Selecteer Lengte- en breedtegraad. 5. Typ de twee coördinaten. Je kunt de volgende typen coördinaten invoeren: Decimale waarden, bijvoorbeeld: N 51.51000 W 0.13454 51.51000 -0.13454 Tip: voor decimale waarden hoef je geen letter te gebruiken om de lengte- en breedtegraad aan te geven.
Een route plannen met een mapcode Belangrijk: in het belang van de veiligheid en om afleiding tijdens het rijden te vermijden, kun je het beste altijd je route plannen voordat je op weg gaat. Als je een route wilt plannen met een mapcode, ga je als volgt te werk: 1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen. 2. Selecteer Zoek. Het zoekscherm wordt geopend en er wordt een toetsenbord weergegeven. 3. Typ je mapcode.
Je kunt als volgt een alternatieve route vinden: 1. 2. 3. 4. Plan een route zoals je normaal doet. Selecteer de route in de kaartweergave. Selecteer de pop-upmenuknop om het menu te openen. Selecteer Alternatieve route en vervolgens Zoek alternatief. Er worden tot drie alternatieve routes in de kaartweergave weergegeven. Voor elke alternatieve route zie je in een ballon het verschil in reistijd. Tip: informatie van de Lifetime Traffic-service wordt gebruikt voor het berekenen van alternatieve routes.
3. Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren van de locatie die je als beginpunt wilt gebruiken. 4. Selecteer een voorgesteld adres of voorgestelde POI. 5. Selecteer Toon op kaart. 6. Selecteer de pop-upmenuknop. In een pop-upmenu wordt een lijst met opties weergegeven. 7. Selecteer Gebruik als beginpunt. 8. Herhaal deze stappen om je bestemming te zoeken en te kiezen en selecteer vervolgens de knop Rijd in het pop-upmenu.
Je route wordt opnieuw gepland met je huidige locatie als beginpunt. Het oorspronkelijke beginpunt is uit je route verwijderd. Het beginpunt wijzigen in een tussenstop 1. Selecteer het beginpunt op de route in de kaartweergave. 2. Selecteer de pop-upmenuknop. In een pop-upmenu wordt een lijst met opties weergegeven. 3. Selecteer Wijzig in tussenstop. Je route wordt opnieuw gepland met het beginpunt als tussenstop.
De kaart wordt geopend en er worden locaties van parkeergelegenheden getoond. Als er een route is gepland, worden op de kaart parkeergelegenheden getoond in de buurt van je bestemming. Als er geen route is gepland, worden op de kaart parkeergelegenheden in getoond de buurt van je huidige locatie. Je kunt op het scherm een lijst met parkeergelegenheden weergeven door te drukken op deze knop: Je kunt een parkeergelegenheid selecteren in de lijst als je deze wilt vinden op de kaart.
Als je wilt wijzigen hoe de zoekopdracht wordt uitgevoerd, selecteer je de knop rechts van het zoekvak. Vervolgens kun je wijzigen waar de zoekopdracht wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld om te zoeken in de buurt van je huidige locatie of op de hele kaart. 3. Selecteer een parkeergelegenheid op de kaart of in de lijst. Er wordt een pop-upmenu geopend met de naam van de parkeergelegenheid. 4. Selecteer Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid.
De kaart wordt geopend en er worden locaties van benzinestations getoond. Als er een route is gepland, worden op de kaart benzinestations getoond die op de route liggen. Als er geen route is gepland, worden op de kaart benzinestations getoond in de buurt van je huidige locatie. Je kunt op het scherm een lijst met benzinestations weergeven door te drukken op deze knop: Je kunt een benzinestation selecteren in de lijst als je dit wilt vinden op de kaart.
3. Selecteer een benzinestation op de kaart of in de lijst. Er wordt een pop-upmenu geopend met de naam van het benzinestation. 4. Selecteer Rijd op je navigatiesysteem. Er wordt een route gepland en je wordt vervolgens naar de bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Tip: via het pop-upmenu kun je een benzinestation toevoegen als tussenstop op je route. Een benzinestation als tussenstop op je route wordt met een blauw pictogram aangegeven.
Je route wijzigen Het menu Huidige route Wanneer je een route of track hebt gepland, selecteer je in het hoofdmenu de knop Huidige route of Huidige track om het menu Huidige route of Huidige track te openen. De volgende knoppen zijn beschikbaar in het menu: Wis route / Wis track Selecteer deze knop om de huidige geplande route of track te wissen. Het menu Huidige route wordt gesloten en je keert terug naar de kaartweergave.
Vermijd tolwegen en meer Toon instructies Selecteer deze knop om bepaalde typen route-elementen te vermijden die zich op je huidige geplande route bevinden. Hieronder vallen bijvoorbeeld veerboten, tolwegen en onverharde wegen. Je kunt ook route-elementen vermijden met de routebalk. Selecteer deze knop om een lijst met stapsgewijze instructies voor je geplande route weer te geven. De instructies bevatten het volgende: Je huidige locatie. Straatnamen.
Wijzig volgorde tussenstops Selecteer deze knop om de lijsten met tussenstops voor je huidige route weer te geven. Je kunt nu de volgorde van de tussenstops op je route wijzigen. Voor een route zonder tussenstops kun je ook deze knop selecteren om je route om te keren. Rijd naar route of Rijd naar track Selecteer Rijd naar route om een route te berekenen vanaf je huidige locatie naar het beginpunt van Mijn route. Het beginpunt wordt omgezet naar een tussenstop.
De begeleiding naar je bestemming wordt hervat en de afgesloten weg wordt vermeden. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Deel van een route vermijden Als een deel van de weg is versperd of als je een deel van een route wilt vermijden, kun je een specifiek gedeelte van de route selecteren om te vermijden. 1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen. 2. Selecteer Huidige route. 3. Selecteer Vermijd deel van route.
Je kunt het standaardroutetype instellen in het menu Instellingen. Route-elementen Je kunt ervoor kiezen om bepaalde elementen te vermijden die zich op je huidige geplande route bevinden. Je kunt de volgende route-elementen vermijden: Tolwegen Veerboten en autotreinen Carpoolstroken Onverharde wegen Let op: carpoolstroken worden soms ook wel HOV-stroken (High Occupancy Vehicle) genoemd en zijn niet in elk land beschikbaar.
2. 3. 4. 5. De volledige route wordt getoond op de kaart. Zoom in op de kaart en houd een locatie ingedrukt om deze te selecteren. Selecteer de knop voor het pop-upmenu. Selecteer Gebruik in route. Selecteer Voeg toe aan huidige route. Je route wordt opnieuw berekend om je tussenstop op te nemen. Een tussenstop uit je route verwijderen 1. Druk op de weergaveknop om de kaart weer te geven. De volledige route wordt getoond op de kaart. 2. Druk op de routebalk op de tussenstop die je wilt verwijderen.
Mijn routes Informatie over Mijn routes Met Mijn routes kun je gemakkelijk routes en tracks opslaan en ophalen. Je kunt Mijn routes in een of meer van de volgende situaties gebruiken: Tijdens je werk - voor je werk moet je dagelijks meerdere routes met meerdere tussenstops rijden. Je routes kunnen veranderen en je moet flexibel zijn en de volgorde van je tussenstops of de geplande route kunnen wijzigen. Tijdens je vakantie - je gaat op vakantie en je wilt een route plannen en opslaan.
GPX-bestanden gebruiken Met je GPX-bestand kun je verschillende dingen doen: Gebruik een hulpmiddel zoals Tyre Pro om je trackbestand te bekijken. Exporteer het bestand naar een geheugenkaart of rechtstreeks naar je computer en gebruik vervolgens je computer om het bestand weer te geven met software als Google Earth. Let op: bij het bekijken van je opname kan het zijn dat je geregistreerde GPS-locaties niet altijd overeenkomen met de wegen. Dit kan verschillende redenen hebben.
4. Selecteer Beheer route. 5. Selecteer Voeg toe aan Mijn routes. De naam van de route wordt weergegeven op het wijzigingsscherm. 6. Wijzig de naam van de route zodat je deze eenvoudig kunt herkennen. 7. Selecteer Voeg toe om de route op te slaan in de lijst Mijn plaatsen. Tip: je kunt een route ook opslaan met de knop Voeg toe aan Mijn routes in het menu Huidige route. Navigeren met een opgeslagen route Als je een eerder opgeslagen route wilt gebruiken, ga je als volgt te werk: 1.
Navigeren naar een tussenstop op een opgeslagen route Je kunt navigeren naar een tussenstop op je opgeslagen route vanaf je huidige locatie in plaats van vanaf het begin van de opgeslagen route. De tussenstop wordt dan het begin van je route. Je nieuwe beginpunt kan dichter bij je huidige locatie liggen of de route wat korter maken. Let op: het routedeel vanaf het oorspronkelijke beginpunt tot het nieuwe beginpunt wordt verwijderd van de route.
Je route wordt berekend vanaf het nieuwe beginpunt. 5. Selecteer Rijd. Het beginpunt van je route wordt omgezet in je eerste tussenstop en vervolgens wordt de route gepland vanaf je huidige locatie. Je wordt vervolgens naar je bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Tip: je kunt het navigatiesysteem op twee manieren gebruiken met een opgeslagen route: Selecteer het beginpunt van de route.
3. Selecteer de pop-upmenuknop om het menu te openen. 4. Selecteer Beheer tussenstops. 5. Selecteer Voeg tussenstop toe. 6. Selecteer de nieuwe tussenstop op de kaart. Tip: als je de naam van de nieuwe tussenstop weet, kun je in plaats van de kaart Zoek gebruiken om de tussenstop te selecteren. 7. Selecteer de knop Voeg tussenstop toe om deze locatie als tussenstop toe te voegen. Je route wordt opnieuw berekend om je tussenstop op te nemen.
De nieuwe track wordt getoond in de kaartweergave. 3. Selecteer de track en open het pop-upmenu. 4. Selecteer Rijd naar beginpunt. Het beginpunt van de track wordt omgezet in je eerste tussenstop en vervolgens wordt de route gepland. Je wordt vanaf je huidige locatie naar je bestemming geleid. Zodra je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond. Let op: op de kaart zie je twee verschillende kleuren voor je route en je track.
Let op: je kunt op dit moment alleen tracks exporteren uit je Rider. Ga als volgt te werk om een of meer tracks te exporteren: 1. Selecteer Mijn routes in het hoofdmenu. 2. Selecteer Deel tracks. Tip: je kunt ook in de kaartweergave een track selecteren en Deel tracks selecteren in het pop-upmenu. 3. Selecteer een of meer tracks in je lijst om te exporteren. Tip: als je alle routes voor export wilt selecteren of deselecteren, druk je op de pop-upmenuknop. 4.
3. Druk op de pop-upmenuknop en selecteer vervolgens Deel tracks. Tip: je kunt ook, als in de kaartweergave een track wordt getoond, de track selecteren en dan Deel track selecteren in het pop-upmenu. 4. Selecteer een of meer tracks in je lijst om te exporteren. Let op: je kunt op dit moment alleen tracks exporteren uit je Rider. Tip: als je alle routes voor export wilt selecteren of deselecteren, druk je op de pop-upmenuknop. 5. 6. 7. 8. Selecteer Deel en vervolgens Verzend via Bluetooth.
GPX-bestanden - deze worden tracks nadat ze zijn geïmporteerd. ITN-bestanden - deze worden routes nadat ze zijn geïmporteerd. Tip: ITN-bestanden zijn TomTom's eigen reisplanbestanden. Vrienden kunnen reisplanbestanden met je delen of je kunt ITN- en GPX-bestanden downloaden uit Tyre Pro. Ga als volgt te werk om routes via USB te importeren: 1. Sluit je Rider met de meegeleverde USB-kabel aan op de computer en schakel vervolgens je Rider in. Het scherm Aangesloten op je computer wordt geopend.
Mijn plaatsen Informatie over Mijn plaatsen Met Mijn plaatsen kun je eenvoudig een locatie selecteren zonder dat je de locatie elke keer moet zoeken. Je kunt Mijn plaatsen gebruiken om een verzameling nuttige of favoriete adressen te maken. Tip: de termen 'Favoriet' en 'Plaats' betekenen hetzelfde: favorieten zijn plaatsen waar je vaak naartoe gaat. De volgende items bevinden zich altijd in Mijn plaatsen: Thuis - je thuislocatie kan je thuisadres zijn of een plaats waar je vaak moet zijn.
Zoom op de kaart in op de locatie die je wilt selecteren. Houd de locatie ingedrukt om deze te selecteren en selecteer vervolgens het symbool voor thuis- of werklocatie. Selecteer de knop Zoeken en zoek een locatie. Selecteer een locatie die je wilt instellen als thuis- of werklocatie. Selecteer Stel thuislocatie in of Stel werklocatie in. Je thuis- of werklocaties instellen met de kaart 1. In de kaartweergave verplaats je de kaart en zoom je in tot je je thuis- of werklocatie kunt zien. 2.
2. Selecteer de locatie door je vinger ongeveer een seconde op het scherm te houden. In een pop-upmenu wordt het dichtstbijzijnde adres getoond. 1. Open het pop-upmenu en selecteer Voeg plaats toe. 2. Voer in de naambalk de naam 'Thuis' in. Let op: 'Thuis' moet met een hoofdletter T worden geschreven. 3. Selecteer Voeg toe. Je thuislocatie wordt gewijzigd in de nieuwe locatie. Een locatie toevoegen vanuit Mijn plaatsen 1. Selecteer Mijn plaatsen in het hoofdmenu. 2. Selecteer Voeg nieuwe plaats toe. 3.
De locatie die je hebt toegevoegd, wordt op de kaart gemarkeerd. Een locatie toevoegen aan Mijn plaatsen met behulp van de zoekfunctie 1. 2. 3. 4. Selecteer Zoek in het hoofdmenu. Zoek een locatie. Selecteer de locatie en selecteer vervolgens Toon op kaart. Wanneer de locatie wordt getoond op de kaart, selecteer je de knop voor het pop-upmenu. 5. Selecteer Voeg plaats toe. De naam van de locatie wordt getoond in het wijzigingsscherm. 6.
Map Share Info over Map Share Je kunt kaartaanpassingen melden met behulp van Map Share. Deze kaartaanpassingen worden vervolgens gedeeld met andere gebruikers van het TomTom-systeem wanneer zij een kaartupdate ontvangen. Je kunt op twee manieren een kaartaanpassing melden: Selecteer een locatie op de kaart en maak direct een wijzigingsrapport. Markeer een locatie en maak op een later tijdstip een wijzigingsrapport.
5. Let op: als je een type kaartcorrectie wilt melden dat niet in het menu staat, gebruik je de Map Share Reporter op tomtom.com. 6. Volg de instructies voor het gewenste type kaartcorrectie. 7. Selecteer Rapport. 8. Verbind je Rider met MyDrive om je kaartcorrectierapport naar TomTom te verzenden en kaartcorrecties van andere TomTom-gebruikers te ontvangen.
Let op: als je een type kaartaanpassing wilt melden dat niet in het menu staat, gebruik je de Map Share Reporter op tomtom.com. 7. Volg de instructies voor het gewenste type kaartaanpassing. 8. Selecteer Rapport. De markering voor de gemarkeerde locatie wordt verwijderd van de kaart. 9. Verbind je Rider met MyDrive Connect om je kaartaanpassingsrapport naar TomTom te verzenden en kaartaanpassingen van andere TomTom-gebruikers te ontvangen.
6. Selecteer Rapport. Afslagbeperking Selecteer deze optie om onjuiste afslagbeperkingen van een straat te melden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Houd de locatie van de kaartaanpassing ingedrukt in de kaartweergave. Selecteer de pop-upmenuknop om het menu te openen. Selecteer Meld kaartfout in het pop-upmenu. Selecteer Afslagbeperking. Als er een onjuiste kruising wordt weergegeven, selecteer je Selecteer andere kruising. Selecteer de rijrichting.
Flitsers Informatie over flitsers De service Flitsers waarschuwt je voor de volgende flitslocaties: Vaste flitsers. Mobiele flitsers. Mogelijke mobiele flitsers. Trajectcontroles. Zones met snelheidshandhaving. Roodlichtcamera's. Flitsers bij verkeersbeperkingen. De service Flitsers waarschuwt je ook voor de volgende gevaren: Verkeersonveilige locaties. Je moet verbonden zijn met TomTom Services en aangemeld zijn bij een TomTom-account om TomTom Services op je Rider te krijgen.
Symbool op de kaart Symbool op de routebalk Beschrijving Vaste flitser - dit type flitser controleert de snelheid van passerende voertuigen en bevindt zich op een vaste locatie. Mobiele flitser - dit type flitser controleert de snelheid van passerende voertuigen en kan op verschillende locaties worden ingezet. Mogelijke mobiele flitsers - dit type waarschuwing geeft plaatsen aan waar vaak mobiele flitsers worden gebruikt.
De manier wijzigen waarop je wordt gewaarschuwd Als je de manier wilt wijzigen waarop je wordt gewaarschuwd voor flitsers, selecteer je de knop Geluiden en waarschuwingen in het menu Instellingen. Je kunt dan instellen hoe je wilt worden gewaarschuwd voor de verschillende typen flitsers en gevaren. Je kunt instellen dat je altijd wilt worden gewaarschuwd, dat je nooit wilt worden gewaarschuwd of dat je alleen wilt worden gewaarschuwd als je te hard rijdt.
2. Selecteer Meld flitser. Er wordt een bericht weergegeven waarin je wordt bedankt dat je de flitser hebt toegevoegd. Tip: als je een vergissing maakt bij het melden van een flitser, selecteer je Annuleer in het bericht. De flitser wordt automatisch opgeslagen op je Rider en ook verzonden naar andere gebruikers. Een mobiele flitser bevestigen of verwijderen Je kunt de aanwezigheid van een mobiele flitser bevestigen of een mobiele flitser verwijderen als de flitser er niet meer is.
Gevarenzones Informatie over gevarenzones en risicozones De service Gevarenzones waarschuwt je voor gevarenzones en risicozones op je route als je in Frankrijk bent. Sinds 3 januari 2012 is het in Frankrijk verboden om waarschuwingen te ontvangen over de locatie van vaste of mobiele flitsers. Om tegemoet te komen aan deze wijziging in de Franse wetgeving, worden flitslocaties nu niet langer gemeld, maar worden er gevarenzones en risicozones aangegeven.
Waarschuwingen voor gevarenzones en risicozones 10 seconden voordat je een gevarenzone of risicozone bereikt, worden er waarschuwingen gegeven. Je wordt op verschillende manieren gewaarschuwd: Er wordt een symbool getoond op de routebalk en op je route op de kaart. De afstand tot het einde van de zone wordt op de routebalk getoond. Je hoort een waarschuwingsgeluid als je in de buurt van de zone komt. Je snelheid wordt gecontroleerd als je een zone nadert of in een zone rijdt.
Een risicozone melden Als je een nieuwe tijdelijke risicozone passeert waarvoor je niet bent gewaarschuwd, kun je dit direct melden. Let op: om een risicozone te melden, moet je verbonden zijn met TomTom Services en aangemeld zijn bij je TomTom-account. Als een nieuwe tijdelijke risicozone meteen voor of na een bestaande risicozone of gevarenzone wordt gemeld, wordt de nieuwe zone toegevoegd aan de bestaande.
Instellingen Uiterlijk Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk. In dit scherm kun je de volgende instellingen wijzigen: Scherm Selecteer Scherm om het uiterlijk van het scherm te wijzigen. Routebalk Selecteer Routebalk om de informatie die wordt weergegeven op de routebalk te wijzigen. Reisbegeleidingsweergave Selecteer Reisbegeleidingsweergave om de informatie die wordt weergegeven in de reisbegeleidingsweergave te wijzigen.
Helderheid Selecteer Helderheid als je de volgende instellingen wilt wijzigen: Daghelderheid Verplaats de schuifregelaar als je het helderheidsniveau van het scherm wilt aanpassen voor overdag. Nachthelderheid Verplaats de schuifregelaar als je het helderheidsniveau van het scherm wilt aanpassen voor 's nachts. Selecteer Schakel naar nachtkleuren als het donker wordt als je wilt dat er automatisch wordt overgeschakeld naar nachtkleuren wanneer het donker wordt.
Wanneer de brede routebalk wordt weergegeven, zie je meer informatie over de route. Je ziet bijvoorbeeld de tijd en afstand tot files en meer. Aankomstinformatie Selecteer kader met aankomstinformatie als je de volgende instellingen wilt wijzigen: Toon resterende afstand Selecteer deze instelling als je tijdens de navigatie de resterende reisafstand wilt weergeven in het kader met aankomstinformatie.
Veerboten en autotreinen Selecteer deze instelling als je veerboten en autotreinen op je route wilt zien. Reisbegeleidingsweergave Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk. Toon huidige straatnaam Met deze instelling wordt de naam van de straat waar je rijdt in de reisbegeleidingsweergave weergegeven. Reisbegeleidingsweergave Selecteer deze instelling als je wilt kiezen tussen de 3D- en 2D-versie van de reisbegeleidingsweergave.
Als je een computerstem nodig hebt en je taal is niet beschikbaar, wordt je gevraagd een keuze te maken uit een lijst met geïnstalleerde computerstemmen die beschikbaar zijn voor het land waarin je je bevindt. Instructie-instellingen Lees aankomsttijd voor Gebruik deze instelling als je wilt dat de aankomsttijd wordt voorgelezen. Lees vroege instructies voor Als je bijvoorbeeld deze instelling inschakelt, hoor je vroege instructies, zoals "Neem na 2 km de afslag rechts" of "Verderop links afslaan".
Routeplanning Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Routeplanning. Bestemmingen voorstellen Als er geen route is gepland, kan je systeem je dagelijkse rijgewoonten naar opgeslagen favoriete bestemmingen leren en bestemmingen voorstellen als je het systeem uit de slaapstand haalt wanneer je bijvoorbeeld 's ochtends naar je werk rijdt. Schakel deze functie in om suggesties voor de bestemming te krijgen of uit als je geen suggesties voor de bestemming wilt ontvangen.
Geluiden en waarschuwingen Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Geluiden en waarschuwingen. Op dit scherm kun je de instellingen voor geluid en waarschuwingen aanpassen. Tip: waarschuwingsgeluiden zijn standaard uitgeschakeld. Als je waarschuwingsgeluiden wilt inschakelen, selecteer je achtereenvolgens Instellingen, Geluiden en waarschuwingen en Type waarschuwing, en schakel je Waarschuwingsgeluiden in.
Waarschuwingen Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Geluiden en waarschuwingen. Selecteer Veiligheidswaarschuwingen. Je kunt nu instellen hoe je wilt worden gewaarschuwd voor de verschillende typen gevarenzones en gevaren. Je kunt instellen dat je altijd wilt worden gewaarschuwd, dat je nooit wilt worden gewaarschuwd of dat je alleen wilt worden gewaarschuwd als je te hard rijdt.
Wanneer je de taalinstellingen wijzigt, wordt de stem automatisch gewijzigd en worden de eenheden ingesteld op Automatisch. Land Je kunt in dit scherm zien welk land momenteel is geselecteerd. Selecteer deze instelling om het land te wijzigen. Wanneer je het land wijzigt, worden automatisch ook de tijd-/datumnotatie, de afstandseenheden en de stem gewijzigd. De lijst bevat de landen van de kaarten die momenteel zijn geïnstalleerd op je navigatiesysteem.
Selecteer deze instelling als je de opties voor energiebesparing wilt configureren voor je Rider. Reset Selecteer deze instelling als je alle opgeslagen plaatsen en instellingen wilt verwijderen en de standaardfabrieksinstellingen wilt herstellen op je TomTom Rider. Dit geldt voor de taal, steminstellingen, waarschuwingsinstellingen en het thema. Dit is geen software-update en heeft geen invloed op de versie van de softwareapplicatie op je Rider.
Om hulp vragen Help Selecteer Help in het hoofdmenu of in het menu Instellingen. In dit scherm kun je de volgende informatie vinden: Rondleiding Selecteer deze optie als je een korte tutorial wilt krijgen over het gebruik van je navigatiesysteem. Info Zie Systeem. Meer hulp Ga voor meer hulp naar tomtom.com/support. Ga voor informatie over de garantie en privacy naar tomtom.com/legal.
Productcertificering Productcertificering zoeken op je navigatiesysteem Als je informatie over de productcertificering wilt zoeken, zoals het door de ICASA goedgekeurde certificeringsnummer, ga je op je Rider als volgt te werk: 1. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu. 2. Selecteer Systeem. 3. 4. 5. 6. Selecteer Info. Selecteer Juridische informatie. Selecteer Certificaten. Je ziet nu de relevante informatie over de productcertificering voor je Rider, bijvoorbeeld ICASA.
Bijwerken met MyDrive Connect Over MyDrive Connect MyDrive Connect is een offlinetoepassing waarmee je de inhoud en services van je TomTom Rider kunt beheren. Je kunt MyDrive Connect bijvoorbeeld gebruiken om kaartupdates of software-updates te krijgen, of om je TomTom-account te beheren. Het is een goed idee om regelmatig verbinding te maken tussen je Rider en MyDrive Connect zodat je altijd over de nieuwste updates beschikt.
Opmerking: verbind de USB-kabel rechtstreeks met de computer en niet met een USB-hub of een USB-poort op het toetsenbord of de monitor. 5. Voer de gevraagde informatie voor het aanmaken van het account in, met inbegrip van je land. Wanneer het instellen is voltooid, wordt er een TomTom-account aangemaakt en wordt je Rider gekoppeld aan dat account. Je hebt nu toegang tot MyDrive Connect vanuit het systeemvak op de computer. MyDrive Connect wordt automatisch gestart nadat het account is aangemaakt.
Addendum Belangrijke veiligheidsmededelingen en -waarschuwingen Global Positioning System (GPS) en Global Navigation Satellite System (GLONASS) Global Positioning System (GPS) en Global Navigation Satellite System (GLONASS) zijn systemen die met behulp van satellieten wereldwijd plaats- en tijdsinformatie verstrekken. Het GPS-systeem functioneert en wordt beheerd door de overheid van de Verenigde Staten, die alleen verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het systeem.
De meeste ongelukken gebeuren op minder dan 5 km van huis. Houd je aan de verkeersregels. Geef altijd richting aan. Neem elke 2 uur minstens 10 minuten pauze. Houd je gordel om. Blijf op veilige afstand van het voertuig voor je. Maak je helm goed vast voordat je wegrijdt. Draag tijdens het motorrijden altijd beschermende kleding. Wees tijdens het motorrijden extra alert en rijd defensief.
Als voor je navigatiesysteem een oplader nodig is, gebruik het dan met de meegeleverde oplader. Wanneer je oplader moet worden vervangen, ga je naar tomtom.com voor meer informatie over goedgekeurde opladers voor je navigatiesysteem. De genoemde gebruiksduur van de batterij is de maximale gebruiksduur. De maximale gebruiksduur kan alleen worden behaald onder bepaalde atmosferische omstandigheden. De geschatte maximale gebruiksduur is gebaseerd op het profiel van de gemiddelde gebruiker.
Richtlijnen voor personen met een pacemaker Houd het systeem altijd minstens 15 cm van de pacemaker af. Draag het systeem niet in een borstzak. Andere medische apparatuur Bij gebruik van andere, persoonlijke medische apparatuur dient een arts of de fabrikant van de apparatuur te worden geraadpleegd om te bepalen of de werking van het draadloze product storing kan veroorzaken in de medische apparatuur.
Regulatory Compliance Mark Dit product bevat het Regulatory Compliance Mark (RCM), waarmee wordt aangegeven dat het voldoet aan de relevante voorschriften voor Australië. Contactgegevens klantenservice (Australië en Nieuw-Zeeland) Australië: 1300 135 604 Nieuw-Zeeland: 0800 450 973 Kennisgeving voor Nieuw-Zeeland Dit product is voorzien van de R-NZ aanduiding om aan te geven dat het voldoet aan de relevante voorschriften voor Nieuw-Zeeland.
Dit document Dit document is met de grootste zorg samengesteld. Het kan zijn dat door de continue productontwikkeling bepaalde informatie niet meer helemaal actueel is. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. TomTom aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische of redactionele fouten of omissies in dit document, noch voor incidentele schade of gevolgschade voortvloeiend uit de prestaties of het gebruik van dit document.
Kennisgevingen over copyright © 2016 TomTom. Alle rechten voorbehouden. TomTom en het "twee-handenlogo" zijn geregistreerde handelsmerken van TomTom N.V. of een van haar dochterondernemingen. Ga naar tomtom.com/legal voor beperkte garantie en licentieovereenkomsten voor eindgebruikers die van toepassing zijn op dit product. © 2016 TomTom. Alle rechten voorbehouden.