Operation Manual
15
De commander gebruiken
Via de commander kun je het navigatiesysteem bedienen zonder het scherm aan te raken. Het
scherm is verdeeld in een aantal gebieden. Deze gebieden kunnen per scherm verschillen. Druk de
commander omhoog, omlaag, naar links of rechts om van het ene gebied op het scherm naar het
andere te gaan. Draai de commander linksom of rechtsom als je de nadruk binnen een gebied wilt
verplaatsen.
ALS JE DIT WILT:
DOE JE DIT:
De menuknoppen 1-
6 gebruiken.
Naar links of rechts duwen.
Een menuknop se-
lecteren.
Indrukken.
Naar de knop OK
gaan.
Omlaag duwen.
Van de knop OK naar
de knoppen 1-6
gaan.
Omhoog duwen.
Van de ene pagina in
het menu naar de
andere gaan.
Naar links en rechts duwen.
Een scherm te-
ruggaan.
Op de knop BACK (TERUG)
drukken.
Hieronder zie je een andere schermweergave; dit is de rijweergave waarin je tijdens het rijden de
bewegende kaart te zien krijgt.
ALS JE DIT WILT:
DOE JE DIT:
Vanuit de rijweerga-
ve naar het hoofd-
menu gaan.
Rechts of omhoog duwen om
de nadruk naar gebied (1) te
verleggen. Druk vervolgens de
stick in.
Vanuit gebied 1 naar
de zoomknop (5) of
het Snelmenu (6)
gaan.
Links duwen.
Van de zoomknop (5)
naar het Snelmenu
(6) gaan en omge-
keerd.
Linksom of rechtsom draaien.
Een knop selecteren.
Indrukken.
Van gebied (1) naar
Omlaag duwen.