Operation Manual

5
Hoofdstuk 2
Voordat u begint...
Voordat u begint...
Iedereen is gek op de TomTom ONE
Laat de ONE dus nooit in de auto achter als u de GO niet gebruikt. Het is een
gemakkelijke prooi voor dieven.
Neem de ONE, de voorruithouder en de auto-oplader altijd mee; laat
TomTom-producten niet in het zicht liggen.
Vervoer uw ONE altijd in de draagtas, zodat het scherm niet kan beschadigen.
Maak back-ups van uw TomTom ONE
Het is altijd aan te raden een back-up te maken van de inhoud van
uwTomTom ONE. Een back-up maakt u met TomTom HOME.
Voor meer informatie over TomTom HOME, zie: TomTom HOME gebruiken
op pagina 57.
Gebruik de Veiligheids-voorkeuren
Als u nog veiliger met uw TomTom ONE wilt rijden, dan gebruikt u de
Veiligheids-voorkeuren in het menu Voorkeuren.
U kunt ervoor kiezen het veiligheidsslot te gebruiken. Als het veiligheidsslot is
ingeschakeld, worden er slechts enkele knoppen en functies weergegeven
tijdens het rijden. Wanneer u stilstaat, zijn alle knoppen en functies
beschikbaar.
U kunt er ook voor kiezen de kaartweergave uit te zetten.
Zie voor meer informatie: Veiligheids-voorkeuren op pagina 40.
Uw TomTom ONE beveiligen
Stel een wachtwoord in voor uw TomTom ONE zodat alleen u het apparaat
kunt gebruiken. Iedere keer dat u uw ONE aanzet moet u dan uw wachtwoord
invoeren.
Om een wachtwoord in te stellen, moet u uw ONE met TomTom HOME
opstarten. U kunt nu TomTom HOME gebruiken om een wachtwoord in te
stellen. Om een wachtwoord voor uw apparaat in te stellen, doet u het
volgende:
1. Sluit uw ONE aan op uw computer en zet hem aan.
2. Start TomTom HOME indien dit niet al automatisch gebeurt.
Indien u TomTom HOME nog niet hebt geïnstalleerd, plaatst u de cd die bij
uw ONE is meegeleverd in de computer om de applicatie te installeren.
Veiligheids-
voorkeuren