Instructions

118
Voer de volgende procedure uit om wisselstroom (A ) te meten.
- Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie „10A, mA, of µA“. Druk op de knop “SELECT” om naar het
AC-meetbereik te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer
teruggeschakeld enz.
- In de tabel worden de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken weergegeven. Selecteer het
meetbereik en de bijbehorende meetbussen.
Meetfunctie Meetbereik Meetbussen
µA <4000 µA COM + mAµA
mA 4 mA - 399 mA COM + mAµA
10A 400 mA - 10 A COM + 10 A
- Steek de rode meetkabel in de mA/µA- of 10A-meetbus. Steek de zwarte meetkabel in de COM-meetbus.
- Verbind nu de twee meetpennen stroomvrij in serie met het te meten object (batterij, schakeling enz.). De betref-
fende schakeling moet hiervoor worden onderbroken.
- Nadat de verbinding tot stand is gebracht, zet u het circuit in werking. De meetwaarde wordt op het display weer-
gegeven.
- Zet na de meting de stroom in de schakeling weer uit en verwijder vervolgens de meetkabels van het gemeten
object. Zet de DMM uit.