Operation Manual
71
9. Bediening
a) In/uit schakelen
• Omdelaserafstandsmeterinteschakelen,druktukortopdemeetknop„ “(B).
Daarop verschijnen kort alle schermsegmenten, vervolgens is een geluidssignaal hoorbaar en
wordt de laser geactiveerd. De laserafstandsmeter is nu klaar voor gebruik en men kan met
hetmetenstarten(ziehoofdstuk9.b).
Als de laser moet worden gedeactiveerd, drukt u kort op de aan/uit-knop „ “(D).Delaser
wordt bovendien na 30 seconden automatisch gedeactiveerd om stroom te besparen.
• Omuitteschakelenmoetdeaan/uit-knop„ “(D)gedurende3secondeningedruktworden
gehouden.
De laserafstandsmeter schakelt zichzelf na 3 minuten uit als er geen druk op een knop
volgt.
b) Afzonderlijke afstandsmeting
• Schakeldelaserafstandsmetereerstmetdemeetknop„ “(B)in,ziehoofdstuk9.a).
• Als de laser oplicht, plaatst u de onderste rand van
de laserafstandsmeter op en oppervlak en richt u de
laserstraal overeenkomstig zodat de afstand kan worden
gemeten.
• Druknukortopdemeetknop„ “(B)endeafstand
wordtgemetenenindeondersteregel(4)weergegeven.
De laser dooft uit.
• Alseennieuwemetingmoetwordenuitgevoerd,druktukortopdemeetknop„ “(B).De
laser is nu opnieuw geactiveerd.
Na nogmaals kort op de meetknop „ “(B)tedrukken,wordtdeafstandgemetenenweer-
gegeven.
Devoorgaandemeetwaardeverschijntdaarbijindebovensteregel(3),dehuidige
meetwaardeindeondersteregel(4).Zokuntubijvoorbeeldtweeafstanden,resp.
twee metingen met elkaar vergelijken.
• Doorkortopdeaan/uit-knop„ “(D)tedrukkenkantelkensdelaatstemeetwaardeophet
scherm worden gewist.










