Instructions

15. Continue meting
Druk op de toets MAX/MIN om de modus voor continu
meten te kiezen.
De richtlaser wordt geactiveerd. De afstand wordt nu
continu gemeten.
Op het beeldscherm worden de maximale, de minimale en
de laatst geregistreerde meetwaarde van de meetcyclus
getoond.
Druk op toets MEAS of op toets C om de continumeting
te beëindigen.
Na 5 minuten inactiviteit wordt deze functie
automatisch geannuleerd.
16. Optellen/aftrekken
Meet de eerste afstand.
Om een meetwaarde erbij op te tellen, drukt u kort op
toets +/-.
Om een meetwaarde te aftrekken houdt u toets +/- ca.
1 seconde lang ingedrukt.
Meet de tweede afstand.
De som of verschil wordt weergegeven op de onderste
regel.
Dit kan net zo vaak herhaald worden als u wilt.
U kunt ook oppervlakken of inhouden optellen en
aftrekken.
17. Oppervlaktemeting
Druk op de functietoets tot de indicator op het
beeldscherm wordt weergegeven.
Meet de lengtes van beide zijkanten van het oppervlak.
Het apparaat vermenigvuldigt de meetwaarden
automatisch.
15