Instructions

61
8. Gebruik
Schakel de compressor altijd UIT wanneer deze niet in gebruik is of wanneer
u de koppelingen verwisselt. Het systeem kan nog onder druk staan met de
compressor UIT geschakeld.
Gebruik geen snelkoppelingen bij de inlaat van het gereedschap. Wanneer u onderdelen
zoals de snelkoppelingen verwijdert, dan dient u het koppeldeel van de slang met een
hand vast te houden, zodat u letsel door een opzwepende slang voorkomt.
Overschrijd niet de maximale inlaatluchtdruk van het gereedschap van 6,2 bar
(90 psi). Als het gereedschap nog steeds niet voldoende kracht en luchtstroom bij
maximale druk heeft, dan kan een groter gereedschap nodig zijn.
Als u een storing in het apparaat opmerkt, schakel de compressor dan onmiddellijk
uit en koppel de voeding los.
Zorg ervoor dat de moer of bout waarvoor u het gereedschap gebruikt, bestand
is tegen het nominale aanhaalmoment. Bevestigingsmiddelen met kritieke
aanhaalmomenten moeten volledig worden aangedraaid met een momentsleutel.
Gebruik klemmen of andere praktische manieren om het werkstuk op een
stabiel platform te bevestigen en te ondersteunen. Houd tijdens gebruik nooit de
dopsleutel, aandrijving of verlengstuk met uw hand vast.
Als het langer dan 10 seconden duurt om een bout of moer vast te zetten of
los te maken met de slagmoersleutel op de maximale instelling, dan is de
slagmoersleutel te klein of het debiet van de luchtcompressor (cfm) niet krachtig
genoeg voor de taak. Verder gebruik kan het gereedschap beschadigen.
Kans op brandwonden! Raak het punt van het gereedschap en de schroeven niet
onmiddellijk na het werk aan, omdat deze door wrijving heet worden.
Overtollige olie in de motor wordt onmiddellijk via de uitlaatpoort verwijderd. Richt
de uitlaatpoort altijd van warmtebronnen, mensen en voorwerpen.
a) Vóór Gebruik
Wikkel indien nodig teontape (niet meegeleverd) rond de
mannelijke schroefdraad van de adapter om een lekvrije
afdichting te maken.
Draai de adapter stevig in de luchtinlaat (A9).